Hoe Spanje veranderde in de 50 jaar na Franco (en waarom de treinen daarvoor symbool staan)
In dit artikel:
Op 20 november 1975 overleed dictator Francisco Franco; sindsdien heeft Spanje zich ontwikkeld tot een moderne democratie — een verandering die ook zichtbaar is in het spoorwegennet. Waar het spoor in de dictatuur vooral top-down werd aangestuurd en gericht op verbindingen met politieke en economische machtscentra, leidde de overgang naar democratie, decentralisatie en Europese integratie tot een heroriëntatie van investeringen. Het meest opvallende resultaat is de opkomst van de hoge‑snelheidslijnen (AVE), die snelle verbindingen tussen grote steden als Madrid, Barcelona en Sevilla mogelijk maakten en stadsregio’s als grote winnaars maakten. Tegelijkertijd verdween of verslechterde veel lokaal of regionale spoorinfrastructuur; dunbevolkte gebieden en secundaire lijnen zijn vaak de verliezers van deze modernisering. De veranderingen weerspiegelen bredere trends: economische groei, toerisme, EU-fondsen en politieke keuzes van zowel de nationale regering als autonome regio’s bepaalden welke routes prioriteit kregen. Het Spaanse spoornet fungeert zo als een microkosmos van de politieke en sociale transformatie sinds Franco’s dood: spectaculaire vooruitgang op sommige fronten, maar ook nieuwe ongelijkheden tussen regio’s en gemeenschappen.