Hoe Saadat (35) uit Afghanistan op het Wad een vriend vond in Bert (72) uit Lauwersoog
In dit artikel:
Saadat Mousavi (35) vluchtte in de zomer van 2021 vanuit Kabul, nadat de Taliban de macht grepen. Vier jaar later vaart hij regelmatig mee op de platbodem Woest maar kalm van Bert Glazenburg (72), een gepensioneerde biologie-docent uit Groningen. Wat begon met een krantenartikel dat Mousavi over zijn ontsnapping schreef, groeide uit tot een hechte vriendschap die zowel praktisch als emotioneel veel voor hem heeft betekend. Mousavi vat het zelf bondig samen: „Ik ben eindelijk thuisgekomen.”
Mousavi’s achtergrond: opgroeien als boerenzoon in de bergachtige provincie Badachsjan, weinig school en hard werken vanaf jonge leeftijd. Dankzij een directeur kon hij verder studeren; later studeerde hij economie in Kabul, werkte bij de nationale bank en schreef als journalist over onder meer vrouwenrechten. Toen de Taliban terugkeerden, vluchtten hij, zijn ex-vrouw en twee jonge zoons in paniek naar het vliegveld; Mousavi raakte getraumatiseerd door die ervaring. In Nederland belandde het gezin eerst in het asielzoekerscentrum in Zoutkamp, bij het Lauwersmeer, waar Mousavi zich vaak eenzaam voelde: onder de andere Afghaanse bewoners was hij volgens hem de enige voormalig journalist en ook een van de weinigen die zijn geloof had losgelaten.
De vriendschap met Glazenburg ontstond indirect: Glazenburg las het bovengenoemde stuk en nodigde Mousavi per brief uit voor koffie in Lauwersoog. Die ontmoeting werd het begin van veel gezamenlijke uitstapjes, autoritten en later zeiltochten op het Wad. Glazenburg ervoer in Mousavi een intellectuele kameraad, terwijl Mousavi vooral rust en vertrouwen vond bij de veel ervarener Groninger. Ze deelden boeken, filosofische gesprekken en dagelijks contact via app en mail. Glazenburg stimuleerde Mousavi nieuwe Nederlandse herinneringen op te bouwen—bezoeken aan kerken, dorpen en het Wad—zodat hij hier „een verleden” zou krijgen.
De relatie is nadrukkelijk geen eenzijdige liefdadigheid. Beide mannen omschrijven het als een ontmoeting tussen twee eenlingen die verstandhoudingen en belangstelling delen: literatuur, filosofie en persoonlijke gesprekken over relaties en pijn. Mousavi ontdekte bij Glazenburg ook Nederlandse directheid—een simpele anekdote over koffie illustreert hoe culturele gewoonten botsen en tegelijk verbindend werken. Ze noemen elkaar soms vader en zoon; Glazenburg en zijn vrouw Janneke Strikwerda hebben Mousavi zelfs officieel tot erfgenaam benoemd om hem het tuinhuis op hun erf in Bourtange te geven, waar boven de deur de naam ‘Nieuwe Maan’ is geschilderd—een verwijzing naar Mousavi’s geboortedorp Mah-e Now.
Een cruciale ervaring was de eerste zeiltocht op de Waddenzee. Mousavi, die voorheen de zee nooit had gezien, raakte aanvankelijk in de war toen het schip bij laag water op de drooggevallen bodem lag. Toen het tij terugkeerde en de boot weer ging drijven, ervoer hij een sterk gevoel van vrijheid en verlichting—een moment dat symbool staat voor de plek waar hij zich nu voelt: veilig en thuis. Glazenburg nam die gok juist omdat hij vond dat Mousavi zulke ervaringen nodig had om te aarden in Nederland.
Momenteel woont Mousavi met zijn ex-vrouw en kinderen in Almere; zijn moeder en jongere broer zijn intussen ook overgekomen. Hij doet stages en vrijwilligerswerk bij de organisatie NewBees en overweegt of hij terugkeert naar de journalistiek of kiest voor een meer zekere baan in het bedrijfsleven. De band met Glazenburg blijft hecht: ze spreken dagelijks, lenen elkaar gedachten uit en ontmoeten elkaar meerdere keren per jaar. Voor Mousavi betekent die vriendschap meer dan praktische steun; het gaf hem een nieuwe identiteit buiten de grenzen van land, taal en religie: een geestverwantschap die hem hielp wortelen in een nieuw leven.
Kortom, het verhaal toont hoe twee mensen uit totaal verschillende werelden elkaar vonden door gedeelde interesses en oprechte aandacht—een vriendschap die integratie, wederzijds leren en emotionele heling combineert, en die niet voortkomt uit liefdadigheid maar uit gelijkwaardigheid en verbondenheid.