Hoe ruim je als gezin puin na misbruik tussen broer en zus?

maandag, 10 november 2025 (15:21) - Reformatorisch Dagblad

In dit artikel:

Aletta Simons, promovenda verbonden aan de Christelijke Hogeschool Ede en Tilburg University, volgde viereneenhalf jaar intensief één gezin (onder het pseudoniem De Vries) dat worstelde met seksueel misbruik tussen broers en zussen. De aanleiding was dat de oudste dochter, Janine, op een gegeven moment aangaf dat zij door twee oudere broers was misbruikt. De twee mannen werden opgepakt, kregen een gebiedsverbod en later een veroordeling; het gezin raakte hierdoor ernstig ontwricht.

Het betreft een reformatorisch gezin met zes kinderen; vader, moeder en kinderen hadden weinig openheid over seksualiteit, er waren weinig huishoudelijke regels en communicatie ontbrak vaak. Vader en de twee oudste zoons hebben een autisme-diagnose en een licht verstandelijke beperking, wat de gezinsdynamiek verder bemoeilijkte. Simons onderscheidt twee verschillende vormen van misbruik in deze casus: bij de oudste broer (Ties) speelde dwang en geweld, en dat gebeurde toen Janine nog geen puber was; met de andere broer (Nout) ontwikkelde het zich in een meer verwarrende, relationele dynamiek waarin warmte en nabijheid centraal stonden en grensoverschrijdingen elkaar opvolgden.

Alle gezinsleden, inclusief de drie jongste kinderen, gingen in behandeling. De therapeutische route was lang en hobbelig: na een eerste traject van ongeveer 2,5 jaar bleek er meer nodig en het gezin keerde terug naar hulpverlening. Uiteindelijk ontstond na circa 3,5 jaar voorzichtig herstel: sommige broers kregen weer contact, en volgens Simons kon het gezin “weer een familie zijn, maar wel anders dan voorheen.” Dat herstel vereiste dat ouders en plegers verantwoordelijkheid namen en luisterden naar de schade die Janine had opgelopen.

Simons wilde oorspronkelijk tien gezinnen bestuderen, maar het taboe rond incest tussen broers en zussen maakte werving vrijwel onmogelijk; veel families praten er niet over of houden zaken binnenskamers. Internationaal onderzoek wijst erop dat broer-zusmisbruik vaker voorkomt dan ouder-kindmisbruik, maar het blijft onderbelicht en ondergerapporteerd. Simons ziet parallellen met andere gesloten gemeenschappen (onder andere orthodox-joodse gemeenschappen): een taboe op seksualiteit en bestaande machtsverschillen kunnen het grensoverschrijdend gedrag in de hand werken.

Op basis van de casus ontwikkelde ze een behandelmodel voor hulpverleners met drie focuspunten: 1) garanderen van een veilige thuissituatie, 2) verwerken van de gevolgen van het misbruik, en 3) herstel van vertrouwen en onderlinge relaties — waarbij ze waarschuwt niet te snel te gaan naar gezamenlijke confrontaties tussen slachtoffer en dader, omdat dat vaak jaren voorbereiding vergt. Simons presenteerde haar bevindingen dinsdag tijdens een symposium over seksueel misbruik in reformatorische kring, georganiseerd door Deviaa.