Hoe proberen partijen de grootste te worden nu ze dicht bij elkaar staan?
In dit artikel:
Sinds de vorige verkiezingen staat de PVV van Geert Wilders bovenaan in de peilingen, maar in de laatste dagen van de campagne is de koppositie onstabiel geworden: GroenLinks-PvdA, CDA en D66 kruipen in de Peilingwijzer steeds dichter naar de PVV toe, terwijl de VVD aan het herstellen is. De peilingen tonen een trend van convergerende grote partijen, maar er zijn veel onzekere kiezers (schattingen variëren van bijna de helft tot circa 80%), waardoor er nog veel speelruimte is in de eindsprint naar woensdag.
Strategieën verschillen. Wilders blijft Timmermans en GroenLinks-PvdA als afschrikmiddel gebruiken en waarschuwt dat een te kleine PVV ertoe kan leiden dat die linkse combinatie toch weer dominant wordt bij de formatie. Veel partijen aan de centrum- en rechterzijde reageren hierop: de VVD benadrukt dat een stem op de PVV rechtse stemmen kan verspillen omdat de PVV door anderen is uitgesloten voor coalitievorming; partijleider Yesilgöz rekent erop dat deze tactiek haar stemmen oplevert en hoopt op een centrumrechtse coalitie zonder PVV en GL-PvdA.
D66-leider Jetten pleit voor een middenvariant met CDA, VVD en GroenLinks-PvdA en wil de vier grootste partijen na de verkiezing bijeenbrengen; hij profileert zich als beschikbaar voor het premierschap en zet in op een optimistische, verbindende toon. Ook het CDA zoekt samenwerking en ziet een nieuwe generatie leiderschap als opdracht voor na de verkiezingen. Frans Timmermans benadrukt dat zijn combinatie de enige garantie vormt voor een progressief kabinet en is zelfverzekerd over het behalen van de meeste zetels.
Welke boodschap het meest aanslaat, blijkt op de avond van de uitslag of de ochtend erna. De race is hiermee veranderd van één duidelijke koploper naar een spannende, onzekere strijd tussen meerdere partijen.