Hoe meet je de impact van een internationaal onderzoek zoals de Pandora Papers?
In dit artikel:
Internationale journalistieke samenwerking heeft aanzienlijke gevolgen, zoals geïllustreerd door de Pandora Papers, waarin meer dan 600 journalisten uit 150 organisaties samen bijna 12 miljoen gelekte documenten onderzochten. Deze samenwerking, opgezet door het International Consortium of Investigative Journalists (ICIJ), onthulde wereldwijd fraude en belastingontwijking in 2021.
Amerikaanse onderzoekers, waaronder Anya Schiffrin en André Corrêa d’Almeida van Columbia University, ontwikkelden in samenwerking met de ICIJ een methode om zowel de externe als interne impact van dergelijke projecten te meten. Bij de externe impact gaat het om effecten zoals publieke discussie en beleidsveranderingen, terwijl de interne impact betreft wat de samenwerking de betrokken media oplevert en kost.
Uit de reacties van meer dan vijftig media-organisaties bleek dat de publicaties veel teweegbrachten; 60 procent merkte een toegenomen journalistieke aandacht voor financiële kwesties. In Nederland leidde de onthulling van voormalig minister Wopke Hoekstra's investeringen via belastingparken tot maatschappelijke onrust. Bovendien stelden heel wat overheden vooraf onderzoek in door de publicaties.
De bijdrage van ICIJ leidde tot het opdoen van nieuwe vaardigheden door 80 procent van de deelnemers, wat de samenwerking heeft versterkt. Toch waren er ook schaduwzijden; 9 procent ondervond juridische bedreigingen en een derde van de redacties moest andere belangrijke verhalen opzij zetten. De deelname bleek financieel zwaar te zijn, gemiddeld kostte het media ongeveer 97.700 dollar, zonder garantie op extra inkomsten.
De onderzoekers hopen dat media deze nieuwe methode zullen gebruiken om de impact van hun internationale projecten te evalueren en rond de THEM Expertise ook journalisten individueel te onderzoeken voor een gedetailleerder inzicht in de effecten van samenwerking.