Hoe langer hoe gekker: eerst ging Nederland op slot voor stikstof, nu voor de wolf

donderdag, 9 oktober 2025 (05:55) - Wynia's Week

In dit artikel:

Lege terrassen op de Utrechtse Heuvelrug: de horecaondernemer van de Pyramide van Austerlitz moest deze zomer een hekken‑achtige constructie om zijn terras zetten om gasten veilig te laten zitten. Dit is exemplarisch voor de lokale gevolgen van de snelle uitbreiding van de wolvenpopulatie in Nederland en de stijging van confrontaties tussen mens en wolf.

Op 31 juli 2025 wees een rechter een zaak toe die door dierenorganisaties was aangespannen tegen de staat. World Animal Protection (WAP) en De Faunabescherming verzetten zich tegen het besluit om de wolf niet als “prioritaire soort” aan te merken binnen het Natura 2000‑gebied Veluwe. WAP werd door de rechter niet‑ontvankelijk verklaard omdat die ngo volgens de uitspraak onvoldoende concrete werkzaamheden voor de wolf verrichtte; De Faunabescherming kreeg wel gelijk. De staat had zich beroepen op een Nederlandse Beleidsregel die eist dat een soort tien jaar onafgebroken in Nederland heeft voorgeplant voordat zij prioritaire status krijgt (eerste nest 2019, dus pas relevant in 2029). De rechter vond echter dat die tienjaarsvoorwaarde niet noodzakelijk was en niet expliciet in de EU‑Habitatrichtlijn staat, en bepaalde dat de staat de wolf ook eerder als prioritaire soort kan aanwijzen. Daarbij nam de rechter een door De Faunabescherming ingediend rapport van ecoloog Geert Groot Bruinderink zonder weerlegging van de staat als feit aangenomen.

Belangrijke juridische nuance: de Habitatrichtlijn laat nationale invulling toe, en in Nederland is via beleidsregels juist gekozen voor die tienjaarstoets; beleidsregels zijn voor bestuursorganen bindend. De rechtbank legde die interne afwegingsregel terzijde, wat ertoe leidt dat de staat een nieuw besluit moet nemen (tenzij hoger beroep anders uitvalt). Dat geeft dierenactivisten in elk geval meer juridische ruimte om aandrang te zetten op beschermingsstatussen binnen Natura 2000‑gebieden.

De auteurs (Wouter Roorda en Oswin Schneeweisz), die over het onderwerp een boek schreven, waarschuwen dat zo’n uitspraak verstrekkende gevolgen kan hebben: als de wolf als prioritaire soort wordt aangemerkt, kunnen plannen voor woningbouw, infrastructuur, toerisme en andere menselijke activiteiten vooraf door compensatie‑ of belemmeringsafwegingen worden tegengehouden. Ze vrezen dat activisten zullen proberen dezelfde status voor de wolf te verkrijgen in andere Natura 2000‑gebieden, zoals het Drents‑Friese Wold en de Utrechtse Heuvelrug.

Het artikel pleit voor actief populatiebeheer. Roorda en mede‑auteurs stellen voor de Nederlandse, Duitse en Poolse wolvenpopulatie als één beheerunit te zien, zodat volgens het voorbeeld van landen als Zweden en Frankrijk sturing mogelijk wordt en overlappende leefgebieden van mens en wolf kunnen worden beheerd. Internationale wolvenexperts en studies, onder meer van John Linnell, benadrukken dat wolven de angst voor mensen moeten behouden; individuen die die angst verliezen of agressief gedrag vertonen zouden uit de populatie gehaald moeten worden. Volgens de schrijvers is zo’n beheer in het compacte Nederlandse landschap echter lastig.

Tot slot trekken de auteurs een parallel met de stikstofdiscussie: ook daar leidt juridische actie van activistische partijen en rechterlijke uitspraken tot beperkingen op menselijk handelen door natuurbeschermingseisen. Zij roepen op tot rigoureuzere maatregelen en een andere benadering van beheer om te voorkomen dat juridische interpretaties en NGO‑acties steeds verder ruimte inperken voor menselijke activiteiten.