Hoe het Kremlin het Russische Rode Kruis overneemt
In dit artikel:
Het Russische Rode Kruis (RRK) is volgens onderzoek van Follow the Money en Europese partners steeds nauwer verweven geraakt met het Kremlin: het organiseert militaire trainingen voor kinderen, werkt samen met patriottische en militaire netwerken en is actief in bezette delen van Oekraïne. Ondanks zijn formele lidmaatschap van de Internationale Federatie van het Rode Kruis (IFRC) en ontvangst van geld van het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC), lijkt de organisatie haar neutraliteit te hebben prijsgegeven.
Wat er gebeurt: landelijke evenementen als Zarnitsa 2.0 laten kinderen van 8 tot 17 jaar wapens hanteren, drones besturen en overlevingstaken uitvoeren. Het RRK was organisator van zulke wedstrijden en beoordeelde ook EHBO‑competities waarbij in bezette gebieden kinderen werden gekeurd door mensen in Rode Kruis‑jassen, soms in aanwezigheid van strijders van een speciale interventie-eenheid. Het RRK werkt samen met de “Beweging van de Eerste”, een pro‑Kremlin jongerenbeweging die openlijk loyaliteit aan Poetin promoot.
Financiering en invloed: in 2024 ontving het Russische Rode Kruis volgens het onderzoek circa 6,5 miljoen euro van het ICRC en 7 miljoen euro van de IFRC — samen ongeveer een kwart van het jaarbudget. Tegelijk maakten de ‘Kremlin Leaks’ in 2024 bekend dat de Russische staat ongeveer 6,7 miljoen euro rechtstreeks in het RRK pompte om nieuwe afdelingen in bezette Oekraïense gebieden op te zetten en activiteiten te ondersteunen. De IFRC en het ICRC hebben de extra steun de afgelopen jaren zelfs uitgebreid; tussen 2022 en 2024 verdubbelde de gezamenlijke financiering aan het RRK tot circa 13,5 miljoen euro.
Waar het gebeurt: naast Rusland zelf zijn er nieuwe organisaties met de merknaam Rode Kruis opgericht in bezette regio’s van Oekraïne — onder meer in Donetsk, Loehansk, Zaporizja en Cherson — die publiekelijk banden tonen met het RRK en soms in het Russische staatsregister staan. Social media en undercovergesprekken tonen lokale medewerkers die certificaten ontvingen van RRK‑topman Pavel Savchuk en verklaren dat activiteiten “met volledige steun” van het RRK plaatsvinden.
Reacties en toezicht: de Europese Commissie en sommige lidstaten benadrukken dat Europees geld officieel niet rechtstreeks naar het RRK gaat, omdat donaties aan IFRC/ICRC zijn gebonden aan specifieke programma’s en een soort “firewall” hebben. Toch reageerden veel nationale instanties niet of vaag op vragen over eventuele indirecte doorstroming van gelden. De IFRC richtte een speciale ‘Oversight Group’ op om de beschuldigingen tegen het RRK te onderzoeken, maar vond geen aanleiding tot strafmaatregelen; RRK‑voorzitter Savchuk bleef in de IFRC‑raad. Het ICRC en IFRC hebben publiekelijk nauwelijks kritiek geuit, terwijl Oekraïense en westerse politici en experts aandringen op maatregelen zoals schorsing of opschorting van het lidmaatschap.
Waarom dit belangrijk is: het Rode Kruis‑systeem rust op neutraliteit en onafhankelijkheid om humanitaire toegang en bescherming in conflictsituaties te waarborgen. Volgens critici ondermijnt de politisering en militarisering van het Russische Rode Kruis die grondslagen, vergroot het risico dat hulp wordt ingezet voor propaganda of controle in bezette gebieden en normaliseert het de betrokkenheid van kinderen bij gewelddadige praktijken. Oekraïense autoriteiten, academici en politici roepen de IFRC en westerse overheden op om harder op te treden; de IFRC stelt dat beslissingen hierover binnen haar mandaat vallen en tot op heden geen zware sancties heeft ingesteld.
Voortzetting van activiteiten: Ondanks internationale kritiek en onderzoek ging het RRK in november door met grootschalige ‘Eerste Hulp’-competities, waaraan ook jongeren uit de bezette regio’s deelnamen. Het dossier toont een stelselmatige en institutionele verstrengeling tussen het RRK, staatsmiddelen en patriottische netwerken — een ontwikkeling die volgens tegenstanders de internationale humanitaire beweging aan het uithollen is.