Hoe GroenLinks-PvdA zichzelf vastdraait en waarom eerlijkheid en energie nu belangrijker zijn dan ooit
In dit artikel:
Al maanden hangt er onrust binnen de progressieve politiek in Nederland: geen open crisis, maar een sluipend gevoel van verwarring en vermoeidheid rond GroenLinks-PvdA. Van buitenaf speelt het negatieve beeld van ‘radicaal links’ mee, maar het grootste deel van het probleem komt uit eigen gelederen: communicatie en interne houding sluiten niet aan bij wat kiezers buiten de bubbel ervaren.
De partijtop voert een blijde toon in nieuwsbrieven en boodschappen, alsof elke ontwikkeling een overwinning is. Dat enthousiasme wekt bij politieke insiders en twijfelaars eerder scepsis dan vertrouwen. Door die gemaskeerde positiviteit ontstaat het idee dat de fusie tussen GroenLinks en PvdA weliswaar veel potentie heeft, maar niet de broodnodige motor: energie, richting en bestuurbaarheid.
Een scherp contrast wordt getekend met Rob Jetten en D66, die volgens het stuk wél het imago van vooruitgang en daadkracht wisten te creëren via discipline en campagnesfeer. GroenLinks-PvdA daarentegen lijkt nog verstrengeld in overleg en morele verklaringstheorieën, waardoor het etiket van onbestuurbaarheid blijft kleven — niet omdat het programma extreem is, maar omdat er weinig vertrouwen wordt uitgestraald.
Die situatie brengt twee concrete risico’s mee: electorale krimp doordat het verhaal niet doorkomt, en interne erosie doordat leden, lokale afdelingen en bestuurders langzaam afhaken. Om dat te keren moet de partij eerst stoppen met het jubelende narratief en eerlijk erkennen waar het hapert. Vervolgens moet de toon veranderen: niet drijven op morele superioriteit, maar op praktische antwoorden die mensen raken — over betaalbare huur, energie en kansen op de huizenmarkt voor jonge gezinnen.
Belangrijk is ook het aanjagen van ritme en urgentie: scherpere keuzes, duidelijkere communicatie en campagnes die niet alleen de eigen basis mobiliseren maar ook twijfelaars overtuigen. Charisma kun je niet faken, maar je kunt wel de organisatie zo inrichten dat er zichtbare vaart ontstaat.
De boodschap is eenvoudig en dringend: wie niet wil eindigen als marginale linkerflank richting 2026, moet eerst eerlijk reflecteren, daarna vaart maken en laten zien dat progressief bestuur realistisch en uitvoerbaar is. Alleen zo kan de gefuseerde beweging haar potentie werkelijk waarmaken.