Hoe GL-PvdA zonder heldere strategie afglijdt van regeringskandidaat naar klein links
In dit artikel:
De Volkskrant signaleert dat de deur naar deelname aan het kabinet voor GroenLinks-PvdA steeds verder dichtslaat — niet omdat inhoudelijke kloften met de VVD onoverkomelijk zijn, maar omdat die partij geen electoraal belang ziet in steun aan een progressieve coalitie. Dat veto werkt door als narratief: kiezers krijgen het beeld voorgeschoteld dat GL-PvdA niet kan regeren, nog voordat de partij zelf haar aanpak heeft gepresenteerd. Tegelijk profileert D66 zich als de verantwoordelijke middenpartij, waardoor het speelveld verschuift en de ruimte voor GL-PvdA krimpt.
De fusie tussen GroenLinks en PvdA had juist tot doel meer gewicht te geven aan progressief bestuur. Leden raken gefrustreerd omdat samenwerking vooral als teleurstelling zichtbaar wordt; ze vragen om openheid, richting en urgentie van de leiding. Maar er is ook een andere weg: oppositie kan gebruikt worden om het verhaal van bestuurkracht te laten zien. Met concrete plannen, rekenwerk en uitvoerbare voorbeelden kan GL-PvdA aantonen dat progressief beleid wél werkt en realistisch is.
Bovendien bestaan er al bewijzen buiten Den Haag: in gemeenten en provincies werken GL, PvdA en soms zelfs VVD samen aan energie, wonen en zorg. Die praktijk ontkracht het Haagse frame en biedt een geloofwaardig narratief: wij kunnen besturen en doen dat al. De kernvraag blijft echter scherp: kiest GL-PvdA voor de rol van serieuze regeringskandidaat die verantwoordelijkheid neemt, of zakt ze weg tot een principiële maar bestuurlijk marginale partij? De partijleiding moet nu eerlijkheid en daadkracht tonen om het centrum terug te winnen.