Hoe fysiotherapie bij rug- en nekpijn nóg beter kan werken: 'De een heeft baat bij kracht- of duurtraining, de ander bij mentale ondersteuning'

donderdag, 16 oktober 2025 (12:31) - Het Parool

In dit artikel:

Ongeveer twee miljoen Nederlanders hebben rug- of nekpijn; een kwart daarvan krijgt chronische klachten. VU-hoogleraar Wendy Scholten-Peeters onderzoekt waarom sommige patiënten niet herstellen en hoe fysiotherapie gerichter en effectiever kan worden ingezet om dat te voorkomen.

Scholten-Peeters benadrukt dat veel rug- en nekklachten “aspecifiek” zijn: er is vaak geen eenduidige afwijking zichtbaar op scans of bij testen. In plaats daarvan spelen uiteenlopende factoren mee — van vermoeidheid, stress en hoge werkbelasting tot angst om te bewegen en een slechte conditie — waardoor een enkel voorval van bukken of tillen zelden de volledige verklaring is. Het doel van haar onderzoek is om per patiënt te achterhalen welke mix van fysieke en psychosociale factoren klachten in stand houdt, zodat behandelingen beter kunnen worden afgestemd.

Praktisch betekent dit dat acute lage-rugpijn meestal baat heeft bij oefentherapie gecombineerd met pijneducatie en aanmoediging om te blijven bewegen. Bij chronische patiënten zijn aanvullende interventies nodig: aanpak van bewegingsangst, slaap- en stressproblemen en ontspanningstechnieken. Tegelijk wijst ze op een groot knelpunt: therapietrouw. Uit studies blijkt dat 50–70% van de patiënten oefeningen niet of slecht uitvoert, vaak door gebrek aan tijd, motivatie of vertrouwen.

De maatschappelijke kosten zijn hoog en stijgen met de vergrijzing. In 2007 waren de kosten al zo’n 3,5 miljard euro (waarvan 85% werkverzuim). In 2019 bedroegen de medische kosten voor rug- en nekpijn 905 miljoen euro; twee derde hiervan ging naar ziekenhuizen, terwijl huisartsen en fysiotherapeuten samen maar 12% kregen. Scholten-Peeters pleit ervoor fysiotherapie beter toegankelijk te maken — bijvoorbeeld terug in het basispakket — omdat vroegtijdige, juiste behandeling dure ziekenhuiszorg en langdurig verzuim kan voorkomen.

Vooruitkijkend verwacht ze dat blended care (combinatie van fysieke behandeling en e-health) en machine learning de zorg veranderen. Apps kunnen informeren, oefenprogramma’s sturen en feedback geven; VU en Amsterdamse partners ontwikkelden daartoe het Back2Action-programma. Met grote datasets kunnen uiteindelijk voorspellingen komen over welke patiënt baat heeft bij krachttraining, duurinspanning of juist mentale ondersteuning.

Historisch plaatst ze de ontwikkeling van het vak: sinds de eerste fysiotherapeuten in 1969 is het beroep ontwikkeld naar evidence-based behandelingen; ouderwetse apparaten en ongeteste methodes zijn grotendeels passé. De kern blijft echter onveranderd: goede, op de persoon afgestemde fysiotherapie werkt en kan zowel lijden als kosten terugdringen.