Hoe een Nederlandse mijnbouwer signalen van corruptie negeerde bij Congolese koperdeal

zaterdag, 27 september 2025 (06:08) - Follow the Money

In dit artikel:

Het in Amsterdam gevestigde Eurasian Resources Group (ERG), een van ’s werelds grootste producenten van koper en kobalt, raakte in 2019–2020 verwikkeld in een omstreden miljoenenconstructie rond grond in de Congolese mijnregio Kolwezi. Doel van de transactie was het veiligstellen van concessies met een door ERG zelf geschat koperpotentieel ter waarde van miljarden. De deal veroorzaakte intern alarm omdat het betaalde geld — 50 miljoen dollar — via een vrijwel onbekende tussenpersoon, de Fransman Elie‑Yohan Berros, naar rekeningen in Hongkong en een persoonlijke rekening liep. Juristen vreesden dat die betalingen mogelijk ten goede kwamen aan Dan Gertler, een invloedrijke Israëlische zakenman die sinds 2017 op de Amerikaanse sanctielijst staat wegens grootschalige corruptie in de Congolese mijnbouw.

In midden 2020 bundelde ERG’s juridische en compliance‑afdeling hun bevindingen onder de codenaam Project Passport en startte een strikt vertrouwelijk vervolgonderzoek. De opzet was bijzonder gesloten: externe forensische onderzoekers zouden alleen “onbekend” worden aangeschreven, er zou geen openbare aanbesteding plaatsvinden en afrondende inzichten mochten niet breed binnen het Afrikateam gedeeld worden. In interne instructies werd zelfs expliciet vastgelegd hoe receptionistes moesten handelen bij mogelijke invallen van opsporingsdiensten. Deze geheimzinnigheid weerspiegelde de omvang van de reputatie‑ en strafrechtelijke risico’s die de raad van bestuur vreesde.

Al vroeg in het onderzoek kwamen meerdere rode vlaggen naar voren. Due diligence door onderzoeksbureau Kroll toonde dat Berros nauwelijks ervaring, financiële draagkracht of relevante kwalificaties had en dat zijn bedrijf kort vóór de deal was opgericht. Kroll meldde bovendien dat Congolese bronnen Berros als mogelijke “stroman” voor een Israëlische partij zag en dat er geruchten waren over steun uit kringen rond voormalig president Joseph Kabila. Desondanks keurde ERG de transactie goed: een eerste poging tot overboeking via Parijs werd teruggestort door bankiers, waarna ERG het bedrag in 2019 alsnog in vier kleinere betalingen en in euro’s liet uitvoeren — deels naar Berros persoonlijk en deels naar twee brievenbusfirma’s in Hongkong.

Een extern Brits advocatenkantoor oordeelde later dat het risico volgens de UK Bribery Act 2010 niet voldoende was uitgesloten, maar vond ook dat zakendoen in risicovolle landen soms onvermijdelijk is en dat het management die afweging moest maken. Niet alle externe duidingen waren eenduidig; onder meer PwC wees op mogelijke lokale wetschendingen, terwijl Kroll sommige signalen in latere rapporten afdeed als “speculatieve marktgeruchten”.

Het dossier kreeg meer brandstof toen ngo‑onderzoeken in juli 2020 lieten zien hoe Gertler netwerken van brievenbusbedrijven en lokale tussenpersonen zou hebben gebruikt om sancties te omzeilen. In die onderzoeken dook Berros vaker op in verband met bedrijven en transfers die ook naar Gertler leidden. Daarnaast onthulden gelekte documenten uit de Pandora Papers dat de Franse jurist Julien Timon — voor wie ERG miljoenen betaalde als succesfee voor het terugvorderen van belastinggeld — al jaren juridisch werk verrichtte voor Gertler en dat zijn bedrijfsgegevens overlappen met die van Berros. Timon kreeg uiteindelijk zo’n 24 miljoen dollar uitgekeerd.

Als reactie op Project Passport verscherpte ERG interne controles: risicovolle transacties moeten voortaan bestuursgoedkeuring krijgen, succesfees en tussenpersonen ondergaan strengere toetsing, en een hoofd compliance voor Afrika moest worden aangetrokken (een functie die lange tijd onbezet was geweest). Toch bleef transparantie ontbreken: in de jaarrekening zijn de relaties met Berros en Timon niet genoemd, en de Congolese anticorruptiedienst concludeerde later dat de contracten tussen ERG en Berros niet openbaar zijn gemaakt zoals voorgeschreven.

De zaak illustreert de spanningen waar westerse mijnbedrijven mee kampen: de wereldwijde vraag naar koper en kobalt voor energietransitie verhoogt commerciële druk, terwijl het juridische en reputatierisico in landen als Congo groot blijft. Transparancy International en andere waarnemers zien in het ERG‑dossier een kans voor toezichthouders in Luxemburg, Nederland en het VK om streng op te treden tegen mogelijke schendingen van anticorruptieregels en sancties. Voor ERG zelf is het risico dat langdurige reputatieschade en juridische onderzoeken volgen, temeer daar Gertler en meerdere betrokken brievenbusfirma’s sindsdien opnieuw onderwerp van sancties en onderzoeken zijn geworden.