Hoe denken politieke partijen over AI, online privacy en Big Tech in het onderwijs?

woensdag, 15 oktober 2025 (09:26) - Frankwatching

In dit artikel:

Op 29 oktober mogen Nederlanders weer stemmen, maar ondanks de alomtegenwoordige impact van AI krijgt het onderwerp relatief weinig politieke aandacht. De landelijke StemWijzer bevat dit jaar slechts één stelling die raakvlakken met AI raakt (een leeftijdsgrens voor sociale media), terwijl steeds meer kiezers chatbots zoals ChatGPT gebruiken om hun keuze te bepalen. Zoekmachines spelen ook in op die trend: Google plaatst AI-gegenereerde samenvattingen bovenaan zoekresultaten, wat doorklikratio’s met zo’n 30% heeft verlaagd en het risico vergroot dat mensen alleen het algoritmische antwoord meenemen.

Tegelijkertijd zijn de antwoorden van taalmodellen niet onfeilbaar. Ze produceren plausibele, maar soms foutieve of verouderde informatie en kunnen context zoals sarcasme missen; dat fenomeen wordt vaak aangeduid als ‘hallucineren’. Een NRC-journalist ontdekte bijvoorbeeld dat populaire chatbots recente wijzigingen in partijstandpunten over een belangrijk onderwerp over het hoofd zagen, wat tot onjuiste stemadviezen leidde.

Om duidelijkheid te bieden over partijstandpunten op digitale thema’s bouwde Stichting Toekomstbeeld der Techniek (STT) de Technologie Kieswijzer, inmiddels in de derde editie. Deze stemhulp richt zich specifiek op AI, online privacy, Big Tech en digitalisering in het onderwijs. In plaats van simpele ja/nee-stellingen biedt de Kieswijzer per onderwerp vijf oplossingsrichtingen, zodat kiezers genuanceerder kunnen vergelijken wat partijen concreet willen doen.

De analyse van de tien grootste partijen (volgens Peilingwijzer, geraadpleegd 9 oktober 2025) laat zien dat standpunten ten opzichte van twee hoofdassen uiteenlopen: overheidssturing versus marktwerking, en nationale versus Europese aanpak. SP, GL-PvdA en PvdD pleiten voor strikte regulering en keuren toelating van AI tot de markt alleen goed na onafhankelijke veiligheidschecks. VVD, BBB en Volt willen juist stimuleren binnen bestaande wet- en regelgeving en zoveel mogelijk ruimte laten voor experiment. D66, CDA en JA21 nemen een middenpositie met verplichte ethische toetsen en monitoring. Geen enkele partij kiest expliciet voor een complete pauze of stop op krachtige AI.

Over de schaal van regulering verschillen partijen eveneens. D66, Volt en GL-PvdA zien Europese regelgeving als het juiste instrument en pleiten onder meer voor een verbod op handel in persoonsgegevens en striktere EU-wetgeving. VVD en JA21 leggen de nadruk op nationale handhaving, met een versterkte rol voor de Autoriteit Persoonsgegevens. CDA, SP, PvdD en BBB willen burgers meer zeggenschap en compensatie voor gebruik van hun data, en een uitbreiding van het recht om vergeten te worden. Ook hier kiest geen partij voor laissez‑faire: collectief niet-ingrijpen wordt door geen enkele partij bepleit.

Opvallend is dat de klassieke links-rechtsverdeling niet eenduidig doorwerkt in het digitale domein. Traditioneel conservatieve partijen zoals BBB, JA21 en VVD staan relatief progressief tegenover technologische toepassing in het onderwijs en willen toepassingen als slimme chatbots en leerlingvolgsystemen toestaan of stimuleren. Progressieve partijen (SP, GL-PvdA, PvdD, D66, CDA) neigen vaker naar beperking en strengere regulering uit zorg voor afleiding en afhankelijkheid van grote techbedrijven.

De belangrijkste conclusie is dat digitalisering echt een verkiezingsthema is — al is het politieke debat eromheen versnipperd en gepolariseerd. De Technologie Kieswijzer helpt kiezers de nuance in partijstandpunten te vinden, omdat het debat niet draait om óf privacy en regelgeving relevant zijn, maar hóe die waarden vormgegeven moeten worden. Gezien de technologische impact op onderwijs, privacy en democratie is het volgens de auteur voor kiezers van belang zich in deze thema’s te verdiepen.