Hoe de VS Europa aftroeft als het gaat om strategische grondstoffen: "Op dat vlak is Trump een pure marxist"

zondag, 14 december 2025 (10:35) - VRT Nieuws

In dit artikel:

De Verenigde Staten heeft negen landen — de VS zelf, het Verenigd Koninkrijk, Zuid-Korea, Japan, Singapore, Nederland, de Verenigde Arabische Emiraten, Israël en Australië — samengebracht om afspraken te maken over kritieke mineralen en grondstoffen die essentieel zijn voor AI-toepassingen en militaire technologie. Het overleg richt zich vooral op metalen voor chips (zoals indium, germanium en gallium), lithium voor batterijen en zeldzame aardmetalen voor magneten; Australië springt eruit als belangrijke leverancier.

Peter Tom Jones, directeur van het Instituut voor Duurzame Metalen en Mineralen (KU Leuven), noemt de samenstelling van de groep divers maar ziet één gemeenschappelijke factor: alle landen hebben een rol in de opkomst van AI voor cybersecurity, surveillance en defensie, en het initiatief is expliciet gericht tegen China. Jones waarschuwt dat de VS in dit dossier steeds meer op China begint te lijken. Volgens hem voert de Amerikaanse regering staatssturing in de aanvoerketen door, garandeert minimumprijzen en grijpt in bij strategische bedrijven — een beleid dat hij samenvat met: "Trump is eigenlijk een marxist geworden op het vlak van grondstoffen."

Die koers botst met de Europese ambitie om dezelfde grondstoffen te gebruiken voor de groene transitie — elektrische auto's, zonnepanelen, windmolens en warmtepompen. Jones benadrukt dat Washington vooral aan militaire toepassingen denkt (F‑35’s, raketten, AI-systemen), waardoor Europa het risico loopt zijn inspanningen voor strategische autonomie te zien kapen.

De EU heeft met initiatieven zoals Resource EU geprobeerd te antwoorden: diversificatie van leveranciers (Canada, Australië, Oezbekistan, Kazachstan), openen van mijnen en raffinage binnen Europa en massale recycling. Praktische obstakels blijven groot: lange vergunningprocedures, sterke milieu- en democratische checks, beperkte investeringskracht en hoge energieprijzen. Jones vergelijkt het speelveld met een wedstrijd waarin Europa volgens fairplay speelt, terwijl tegenstanders "karate- en rugbynormen" hanteren — een situatie die Europa structureel benadeelt.

Zijn aanbeveling: sterkere coördinatie tussen lidstaten, bedrijven en schakels in de keten (winning, raffinage, recyclage) en meer gerichte publieke investeringen, anders dreigt Europa afhankelijk te blijven van machtspolitieke keuzes elders.