Hoe de geschiedenis van Kasteel Amerongen nu wordt verbeeld? Jonge kunstenaars gingen aan de slag
In dit artikel:
Vier jonge kunstenaars tonen dit najaar tijdelijk werk in de kasteeltuin van Kasteel Amerongen, op het historische Noordereiland, als onderdeel van het Utrechtse collectief Faam’s project Naar buiten! (verschenen 8 oktober 2025). Faam koppelt jonge makers aan onderzoekers; voor Amerongen deed architectuurhistoricus Sanne van Drenth onderzoek en schreef een essay dat als inspiratie diende. Een vergelijkbare samenwerking loopt tegelijkertijd bij Fort bij Vechten bij Bunnik.
De vier kunstwerken staan op een rechthoekig grasveld achter de brug in de kasteeltuin, juist op de plek waar de bezoeker niet direct naar het huis geleid wordt. De locatie is beladen: keizer Wilhelm II verbleef hier anderhalf jaar en tekende in 1918 zijn troonsafstand in Amerongen, waarna hij een marmeren borstbeeld schonk. Het Noordereiland ligt bovendien op terrein dat na de verwoesting van het kasteel door Lodewijk XIV in 1673 opnieuw werd ingericht door kasteelvrouwe Margaretha Turnor, die een nieuw buitenhuis liet bouwen met een sobere, rechthoekige gevel naar het voorbeeld van wat we nu het Mauritshuis noemen.
Historische context is belangrijk in het project: in de zeventiende eeuw fungeerden buitenhuizen als zomerverblijf van stedelijke elite — niet per se uit liefhebberij voor de natuur, maar om status en door kennis getoonde beheersing van tuinen te etaleren. Van Drenth wijst op het pragmatische karakter van Turnors aanleg: nuttentuinen en strak omlijnde hagen die orde brachten in de natuur.
De kunstenaars vertalen zulke thema’s op uiteenlopende manieren. Trix Berendsen onderzocht vier plantensoorten die vaak als onkruid worden gezien (berenklauw, brandnetel, klit e.d.) en geeft ze eerherstel via antieke kabinetten waarin schoonheid en toepasbaarheid worden uitgelicht. Maya Berkhof, beeldhouwer met een textielachtergrond, maakte een felgekleurde Sculptuur voor de vogels, gebaseerd op het idee van gevlochten broedkorven.
Bezoekers zien naast deze nieuwkomers ook de sporen van latere ingrepen: rond 1900 bracht architect Pierre Cuypers ingrijpende veranderingen in het interieur aan, waardoor het kasteel een mix van benauwendheid en rijkdom uitstraalt. Binnen hangen wandkleden en achttiende-eeuws geschilderd behang met groene bosmotieven; bovenaan de centrale trap bevindt zich een groot blauw vlak waar al jarenlang vogels doorheen lijken te vliegen — een subtiele echo van de relatie tussen gebouw en natuur die de tentoonstelling onderzoekt.