Hoe breng je oorlog in beeld? 'Je wilt de lezer niet vermoeien met al het geweld'

dinsdag, 9 september 2025 (15:10) - Stimuleringsfonds voor de Journalistiek

In dit artikel:

Gaza, Soedan en Oekraïne illustreren hoeveel conflictsituaties tegelijk de wereld bezighouden en zetten beeldredacties voor lastige keuzes: hoeveel rauwe werkelijkheid toon je, en hoe houd je je publiek betrokken zonder te traumatiseren? World Press Photo (WPP) — dit jaar 70 jaar oud — zette die discussie in de schijnwerpers toen de foto van Mahmoud Ajjour werd uitgeroepen tot World Press Photo of the Year. Joumana El Zein Khoury, uitvoerend directeur van WPP, legt uit dat de jury dit jaar meer koos voor beelden die de bredere menselijke impact van oorlog laten zien in plaats van expliciet bloedige scènes. De WPP-tentoonstellingen trekken jaarlijks ruim vier miljoen bezoekers en hebben op sociale media meer dan anderhalf miljoen volgers, wat volgens haar extra verantwoordelijkheid met zich meebrengt bij selectie.

Journalisten en beeldredacteuren balanceren tussen twee taken: realiteit tonen en lezers niet verzadigen. Rowin Ubink, hoofd beeldredactie van de Volkskrant, zegt dat redactionele teams dagelijks worden geconfronteerd met schokkend beeldmateriaal en vaak de neiging hebben dat alles te willen tonen. Tegelijk kiezen ze terughoudendheid vanwege de kans op “oorlogsmoeheid” bij het publiek. In plaats van herhaaldelijk de meest expliciete foto’s te publiceren, zoeken zij naar beelddiversiteit en nieuwe invalshoeken die het verhaal fris houden — bijvoorbeeld een ontroerend, niet-spectaculair beeld van een jongetje dat zijn jerrycan vult onder een verwoeste watertank om zo aandacht te vestigen op hongersnood in Gaza.

Bij het Algemeen Dagblad kiest beeldredactie Wilco Willemsen voor wat meer “newsier” fotografie: beelden die direct het nieuws verbeelden, zonder slachtoffers expliciet te tonen tenzij het echt toegevoegde waarde oplevert. Als voorbeeld noemt hij een foto van een omgekomen journalist, ingepakt in een laken met daarop een kogelwerend persvest — een beeld dat context bood bij berichtgeving over het grote aantal omgekomen journalisten in Gaza.

Het onderscheid met sociale media is groot. Platforms als Instagram en Telegram laten vaak onverhuld en continu expliciete beelden circuleren — soms onmisbaar om aandacht te trekken voor plekken waar traditionele media geen toegang hebben, zoals bepaalde delen van Gaza. Accounts als Eye on Palestine en Cestmocro bereiken en mobiliseren mensen effectief. Tegelijk waarschuwt El Zein Khoury dat die stroom aan afschrikwekkende beelden kan leiden tot normalisering van oorlog en een onbedoeld desensitiseren van kijkers.

Traditionele media hebben volgens de geïnterviewden juist de taak om te remmen en ethische afwegingen te maken. Beperktere ruimte dwingt kranten tot zorgvuldige selectie; bij de Volkskrant gebeuren die keuzes in dagelijkse redactiebesprekingen waarin foto’s worden afgewogen en teamleden elkaar controleren. Shock kan soms nodig zijn om lezers wakker te schudden, maar te veel herhaling van gore beelden schaadt zowel publiek als journalistiek; het leidt tot verzadiging en eenzijdige verslaggeving.

Kern van het artikel: er is geen eenvoudige regel voor beeldgebruik in conflicten. Zowel sociale als traditionele media vervullen belangrijke, maar verschillende rollen — sociale media mobiliseren en brengen beelden daar waar ander toegang mist, traditionele media moeten zorgvuldig cureren en context bieden zodat langdurige conflicten zichtbaar, menselijk en begrijpelijk blijven zonder de lezer te beschadigen.