Hoe BBB en VVD hun demissionaire ministers inzetten als reclamemateriaal

In dit artikel:

Mona Keijzer voert haar ministeriële taken openlijk in als campagne-instrument voor BBB: tien dagen voor de verkiezingen (20–21 oktober 2025) trad ze in meerdere praatprogramma’s op als vicepremier en minister van Volkshuisvesting (met deels verantwoordelijkheid voor asiel). Ze kondigde opnieuw beleidsvoorstellen aan, onder meer over huurrecht en huisvesting, en profileert zich consequent als daadkrachtig bewindspersoon tijdens tv-debatten en talkshows.

Andere bewindslieden van VVD en BBB doen hetzelfde: demissionaire ministers als Ruben Brekelmans (Defensie) en Vincent Karremans verschijnen eveneens vaak in programma’s, net als staatssecretaris Gijs Tuinman bij BBB. Hun optreden houdt de partijen zichtbaar op het medialandschap — de Politieke Schermtijdteller laat VVD en BBB bovengemiddeld veel schermtijd zien — maar die zichtbaarheid staat los van de electorale steun; VVD en BBB hebben samen slechts 32 Kamerzetels en scoren in peilingen minder sterk.

Dat de bewindslieden blijven optreden ondanks de demissionaire status van het kabinet (dat formelerweg is afgetreden en alleen lopende zaken afhandelt) wekt kritiek: het oogt alsof het kabinet nog volwaardig regeert. Campagnepolitiek via departementen leidt ook tot politieke spanningen, zoals de BBB–VVD-discussie over wie het migratiedossier mocht krijgen en BBB’s poging om de stikstofnorm vóór de verkiezingen te verlagen.

BBB probeerde prioriteiten via het kabinet door te drukken, maar de uitkomst illustreert de beperkingen: de stikstofgrens wordt pas aangepast als dat juridisch dekbaar is — een eis van de VVD — waardoor BBB-leidster Caroline van der Plas haar overwinning op tv niet zomaar bevestigd zag worden door onafhankelijke verslaggeving. Conclusie: massale mediaoptredens en beleidsvoorstellen houden partijen in beeld, maar of dat daadwerkelijk stemmen oplevert blijft onzeker.