Historische Groene Mars naar Westelijke Sahara door Marokko uitbundig herdacht
In dit artikel:
In Laayoune, de hoofdstad van het door Marokko gecontroleerde deel van de Westelijke Sahara, werd dit jaar het 50‑jarig jubileum van de Groene Mars uitbundiger gevierd dan ooit: de straten waren vol mensen in feestkleding. In 1975 trokken naar schatting 350.000 Marokkanen het gebied binnen om het einde van de Spaanse koloniale macht te markeren; Marokko ziet die actie als het herstel van territorium dat vóór kolonisatie bij het koninkrijk hoorde. Niet alle Sahrawi‑bewoners delen die visie: de Polisario‑beweging streed destijds gewapenderhand voor onafhankelijkheid en beschouwt Marokko sindsdien als bezetter, wat heeft geleid tot een aanhoudend conflict.
De viering valt samen met een belangrijke diplomatieke wending. Recent kreeg Marokko in de VN‑Veiligheidsraad medestanders voor zijn autonomieplan uit 2007, waarin de Westelijke Sahara ruime zelfbestuur krijgt maar formeel deel van Marokko blijft. Voor het eerst is in een resolutie het autonomievoorstel het centrale uitgangspunt in plaats van het lang beoogde referendum dat de VN‑missie MINURSO (opgericht in 1991) oorspronkelijk moest organiseren. De laatste jaren won Marokko steeds meer internationale steun, waaronder erkenning door de Verenigde Staten onder president Trump in 2020; ook enkele Europese landen deelden hun steun aan het autonomiekader.
Op straat in Laayoune merkten verslaggevers terughoudendheid om diep op het conflict in te gaan, maar sommige Sahrawi’s, vooral jongeren en ondernemers, zien kansen. Een lokale ondernemer wijst op toegenomen aanwezigheid van buitenlandse projecten en bedrijven sinds de diplomatieke erkenning, en een zakenpartner benadrukt dat stabiliteit werkgelegenheid en groei voor steden als Laayoune en Dakhla kan brengen.
Tegelijk blijft het meningsverschil scherp: ongeveer 170.000 Sahrawi’s leven nog altijd in vluchtelingenkampen rond het Algerijnse Tindouf, nakomelingen van degenen die in de jaren 70 wegens het geweld waren gevlucht. Hoewel de recente internationale verschuiving de kans op een definitieve oplossing vergroot, houdt het langlopende geschil en de verdeeldheid binnen de Sahrawi‑gemeenschap de toekomst voorlopig onzeker.