Historisch Heusden: 'Ontzet van Heusden op den 21 sept, 1787'
In dit artikel:
In de jaren na 1780 raakte de Republiek verwikkeld in een binnenlandse strijd tussen hervormingsgezinde Patriotten en behoudende Orangisten, aanhangers van stadhouder Willem V. De Patriotten pleitten voor het bestrijden van corruptie, een eerlijkere lastenverdeling, godsdienstvrijheid, een ongecensureerde pers en meer democratische bestuurders. Ook in Brabant — dat sinds 1581 een Generaliteitsland was — waren beide kampen fel verdeeld. In Heusden stonden Patriots en Prinsgezinden ongeveer gelijk in aantal, maar aanvankelijk hielden de Orangisten het gezag.
Onder leiding van advocaat Johannes Conradus de Kock grepen de Heusdense Patriotten (ook wel “Keezen”) op 6 januari 1787 de macht en voerden een revolutionair, deels democratisch stadsbestuur in — Heusden was daarmee de eerste plaats in Holland met zo’n bestuur. Op 10 mei brachten afgevaardigden van de Staten van Holland dit bewind ten val en herstelden het oude gezag, maar eind juni waren de Staten zo verzwakt dat de Patriotten opnieuw de stad overnamen. Vele andere steden volgden kort daarop het Heusdense voorbeeld.
De escalatie van het conflict kwam in de zomer van 1787 nadat een groep gewapende Patriotten op 28 juni bij de Goejanverwellesluis bij Gouda de doorgang van prinses Wilhelmina van Pruisen blokkeerden; zij werd enkele uren vastgehouden. Haar broer, koning Frederik Willem II van Pruisen, eiste bestraffing en stelde op 9 september een ultimatum. Toen daarop geen bevredigende reactie kwam, viel hij op 13 september met een goedgetraind leger — circa 26.000 huzaren — de Republiek binnen. In de dagen erna werden plaatsen waar Patriotten het bestuur voerden bezet, vonden geweldsincidenten plaats en vluchtten duizenden Patriotten met hun gezinnen naar België en Frankrijk uit vrees voor repressie.
Ook Heusden ontkwam niet: in de vroege ochtend van 21 september 1787 verscheen een Pruisisch detachement van zes lansiers bij de ophaalbrug vóór de Wijkse Poort, vergezeld door een menigte Gelderse boeren en mensen uit het Land van Heusden en Altena, bewapend met geweren, knotsen en knuppels. Zij eisten onmiddellijke opening van de brug en vrije toegang voor Pruisische troepen en Prinsgezinden, onder dreiging van bombardement. Om een beschieting te voorkomen lieten de Patriotten de brug zakken; de Orangisten namen daarop het stadsbestuur weer over. De vlag van Oranje werd op het stadhuis gehesen. De dagen daarna werden gekenmerkt door baldadigheid, dronkenschap en plunderingen; onder de Patriottische burgerij werden 52 aanzienlijke huizen volledig verwoest en prominente patriotten ontvluchtten de stad.
De patriottische stadssecretaris Frederik Christiaan Tromer noteerde de chaos: burgemeesters en officieren waren verward, veel verdedigers waren gevlogen of hadden hun wapens achtergelaten, poorten stonden open en uiteindelijk keerde na ongeveer een week weer rust in de stad terug. Johannes Conradus de Kock vluchtte met zijn gezin naar Frankrijk, maar werd tijdens de Franse Terreur door Robespierre geviseerd en op 24 maart 1794 op de Place de la Concorde guillotined — hij is de enige Nederlander die op die wijze werd geëxecuteerd.
Ter nagedachtenis aan de gebeurtenissen van 21 september 1787 werden gedenkpenningen geslagen, waarop soldaten op weg naar de stad staan en op de achterzijde een spottend versje over de Pruisische inmenging. Uiteindelijk keerden de Patriotten, nu Bataafs genoemd, met hulp van het Franse revolutionaire leger in de winter van 1794/95 terug; de Bataafse Republiek volgde, en prins Willem V en prinses Wilhelmina vluchtten op 18 januari 1795 naar Engeland. In Heusden bracht het nieuwe bestuur snel enkele zichtbare veranderingen aan, zoals de sloop van de vervallen Gijselpoort en de bouw van de Visbank — het enige Nederlandse monument dat direct herinnert aan de Bataafse Republiek.
Context: de gebeurtenissen in Heusden vormen een lokale afspiegeling van de grotere politieke omwentelingen in de late 18e eeuw: spanningen tussen conservatisme en democratische hervormingsdrift, buitenlandse interventie op basis van dynastieke eer, en uiteindelijk de invloed van de Franse revolutie die het politieke landschap ingrijpend veranderde.