Historisch Heusden: Het gezin van bierbrouwer en wijnhandelaar Kees Malingré en Anna Luijckx
In dit artikel:
Het gezin van Kees Malingré (1791-1874), een in Diest geboren bierbrouwer en wijnhandelaar, speelde in de 19e eeuw een belangrijke rol in het zakelijke en bestuurlijke leven van Heusden. Kees trouwde in 1816 met Anna Luijckx en kreeg zestien kinderen, waarvan tien volwassen werden. Hij leerde het brouwersvak bij zijn oom Cornelis van Dongen in de gerenommeerde brouwerij ‘De Schenckkan’ in Heusden, die hij in 1840 overnam. Naast zijn onderneming was Kees ook betrokken bij het lokale bestuur als plaatsvervangend kantonrechter en kerkmeester. Rond 1860 namen zijn zoons Joseph en August de brouwerij over, maar na hun overlijden in respectievelijk 1876 en 1885 stopte de brouwerij. Het complex, dat bestond uit brouwerij, mouterij, een schuur en rosmolen, werd in 1901 door een storm verwoest.
‘De Schenckkan’ kende een lange geschiedenis sinds de 17e eeuw, met verschillende eigenaren uit de familie Van Dongen voor het in handen kwam van de Malingrés. De brouwerij produceerde jaarlijks honderden brouwsels met personeel van 10-12 man en leverde voornamelijk aan de stad en omgeving, met ook afzet in Holland. Concurrentie kwam onder meer van brouwerij ‘De Drie Hoefijzers’ in Heusden.
De kinderen van Kees gingen uiteenlopende wegen: Kees jr. zette de wijnhandel voort en introduceerde zelfs een stroopbranderij; Rudolf, zijn zoon, leidde het wijnbedrijf voordat zijn zus Aglaé het met haar man voortzette; Joseph werd burgemeester en bierbrouwer; Theo werd priester en verdiende aanzien als Deken van Gouda, terwijl Henri Rijksontvanger werd. Andere kinderen huwden met lokale notabelen of namen maatschappelijke functies op zich, zoals wethouder of arts. Het gezin Malingré was daardoor ingebed in de Heusdense elite, met nauwe banden in handel, bestuur en kerkelijk leven.
Kortom, de familie Malingré symboliseert in de 19e eeuw het ondernemerschap en maatschappelijke betrokkenheid in Heusden, waarbij de brouwerij ‘De Schenckkan’ lange tijd een economische spil vormde totdat het bedrijf eind 19e eeuw haar activiteiten staakte. De nakomelingen breidden het family business uit naar wijnhandel, stroopproductie en andere commerciële takken, en de familie was prominent aanwezig in lokale politiek en religie.