Historisch Heusden: De overvaart Heusden-Nederhemert met het Klein Veertje
In dit artikel:
Het Klein Veertje tussen Heusden en Nederhemert fungeerde vanaf de middeleeuwen tot halverwege de 20e eeuw als cruciale verbinding over de Maas (later Afgedamde/Doode Maas en vanaf 1904 Bergsche Maas). Vanaf de 13e eeuw bestond er permanente bewoning en al vroeg waren de vis‑ en veerrechten belangrijk: inkomsten werden gedeeld tussen de Stad Heusden en de Heerlijkheid Nederhemert. In 1310 kreeg Jan van Hemert de rechten in leen; het pachtbeheer lag bij de rentmeester van Nederhemert. In de praktijk bleven de rechten binnen de adellijke familie totdat de Bataafse Republiek (1795) en de Staatsregeling (1798) dergelijke heerlijke privileges afschaften.
De overvaart vertrok in Heusden vanaf de veerstoep in verlengde van de Waterpoort; in Nederhemert lag het veerhuis op een terp met een veerdam naar de Maasoever. De veerverbinding was eeuwenlang van levensbelang voor boeren en bewoners die boter en andere producten in Heusden verkochten. Ook had de overvaart militaire betekenis tijdens de Tachtigjarige Oorlog; in 1589 liet graaf Van Mansfeld nabij het kasteel de Oude Schans aanleggen en troepen verplaatsten zich via het veer. Vanaf 1577 werden vestingwerken en een bastion bij de Waterpoort ingericht, met voorzieningen om de veerbaas te waarschuwen.
Er bestaan pachtovereenkomsten en reglementen (onder anderen 1621, 1705, 1763, 1770). Een bewaard contract uit 1621 vermeldt een jaarpacht van fl.150 en omschrijft tarieven, vaartijden en verplichtingen; de roeiboot bood plaats aan ca. 20 personen en klein vee. Vanaf de 18e eeuw nam het postverkeer het veer op in de dienst: de veerbaas combineerde vaak de functie van bodeloop en bracht tweemaal daags post naar Nederhemert; na de Postwet van 1850 veranderde de organisatie en ontstond uitgebreider hulppostkantoornetwerk.
In het begin van de 20e eeuw verminderde het gebruik van het Klein Veertje door grootschalige Maasmondwerkzaamheden: de Bergsche Maas werd gegraven en nieuwe bruggen en veerdiensten maakten bereikbaarheid anders. In de Tweede Wereldoorlog werden bruggen opgeblazen (o.a. 5 nov. 1944), waaronder verwoesting van het veerhuis waar toen de familie Van Kooten woonde. Na de oorlog bestond nog tijdelijk een houten veerhuis; de veerdienst stopte definitief in 1957 (laatste veerbaas: Bart van Kooten). In 1992 werd de Maasbedding naar het noorden verlegd voor een stromingsvrij bassin ten behoeve van Scheepswerf Verolme; daarbij zijn veerfunderingen en dammen volledig verwijderd.
Bronnen: onder meer Gerard Hoogbergen’s publicatie “Veren, veerlui en veerhuizen van Nederhemert”; in de lokale archieven blijven kaarten, reglementen en tekeningen bewaard die dit lange verhaal van verkeer, economie en militaire strategie illustreren.