Het was dus toch fraude: gezinshuisouders moeten 2,5 miljoen terugbetalen
In dit artikel:
Gezinshuis Helder uit Cothen moet 2,5 miljoen euro terugbetalen aan de gemeente Wijk bij Duurstede, na een ruim vier jaar slepende rechtszaak. De rechtbank in Arnhem oordeelde dat de gezinshuisouders zorggelden hebben opgevoerd waarvoor geen aantoonbare, gekwalificeerde zorg is geleverd; zij maakten geen gebruik van het hoger beroep dat tot eind oktober mogelijk was.
De zaak kwam vijf jaar geleden in beweging toen klokkenluiders meldden dat de gezinshuismoeder zich valselijk voordeed als universitair geschoold orthopedagoog. Driestroom, de franchiseorganisatie waaronder Helder werkte, en de gemeente startten onderzoek. Dat toonde aan dat er vooral stagiaires en weinig vaste, gekwalificeerde medewerkers actief waren en dat noodzakelijke externe expertise nauwelijks werd ingehuurd. Tegelijk werd er veel gefactureerd: de gemeente betaalde hoge tarieven voor kinderen met ernstige gedragsproblemen en een grote zorgbehoefte, maar volgens de rechtbank kon het gezinshuis niet aantonen dat die zorg daadwerkelijk was geleverd.
Financieel leverde dat de gezinshuisouders flinke voordelen op: in 2018–2019 keerde het echtpaar ruim 800.000 euro dividend uit naar hun holding Excellent Care Cothen, terwijl het gezinshuis een jaarlijkse omzet van rond een miljoen euro had. Ook rekende het gezinshuis gemiddeld bijna 200.000 euro per jaar huur aan diezelfde holding. Follow the Money wees eerder uit dat Helder tot 2020 de hoogste dividenduitkering had van 302 onderzochte gezinshuizen. Driestroom voerde bij meerdere plekken gesprekken over te hoge vergoedingen, maar deed alleen tegen Helder aangifte.
In de rechtszaal voerden dertien getuigen — onder wie (voormalige) bewoners, medewerkers en een hoogleraar — het woord. Oud-bewoners beschreven een tegenstelling: de kinderen gingen naar school, deden aan sport en gingen op vakantie met de gezinshuisouders, maar voelden zich vaak niet veilig en durfden niet te praten over problemen. Uit het Driestroom-onderzoek kwamen ook concrete incidenten naar voren, zoals trappen, slaan en het toepassen van een duimgreep. De gemeente karakteriseerde de sfeer in het huis als onveilig en noemde de moeder manipulatief en onvoorspelbaar. De gezinshuisouders stelden dat er geen opzet was en dat het de gemeente was die de tarieven vaststelde en verhoogde; afspraken over terugbetaling zouden er niet zijn geweest.
De rechtbank concludeerde dat het gezinshuis onvoldoende bewijs leverde over het daadwerkelijke aantal gewoond hebbende kinderen en het aantoonbaar inzetbare, gekwalificeerde personeel dat de gedeclareerde zorg zou hebben geleverd. Daarom moet 2,5 miljoen euro aan de gemeente worden terugbetaald. Enkele voormalige bewoners, zoals Theresa die zeven jaar in het huis woonde, juichen de uitspraak toe maar vinden dat het leed niet volledig wordt rechtgezet: “Dat geld hebben ze gekregen om ervoor te zorgen dat wij als kwetsbare kinderen de juiste stap konden maken,” aldus Theresa, die benadrukt dat veel ex‑bewoners nog in therapie zitten om hun verblijf te verwerken.
De zaak raakt aan bredere problemen in het gezinshuislandschap: commerciële belangen, ondoorzichtige vergoedingen en schrijnende ervaringen van kwetsbare kinderen.