Het verlangen naar vrijheid
In dit artikel:
Burgemeester Femke Halsema overweegt naar Boedapest te reizen om deel te nemen aan een door premier Viktor Orbán verboden Pride-mars. Dit initiatief wordt gezien als een politieke zet om Orbán te confronteren met diens homorepressie, maar roept ook vragen op over het nut voor Amsterdam zelf. Waar voormalig burgemeester Eberhard van der Laan in 2015 juist een stedenband met het LHBT-vriendelijke Tel Aviv wilde smeden — met het idee samen te werken op maatschappelijk gebied en LHBTI-rechten te bevorderen — kiest Halsema voor een meer symbolische actie richting Hongarije, zonder sprake van structurele samenwerking. Destijds liep het voorstel om ook Ramallah erbij te betrekken, als tegenwicht vanwege de politieke gevoeligheden rond Israël en Palestina, op niets uit door tegenstand uit eigen politieke gelederen.
De kritiek op Halsema is dat haar plan vooral een persoonlijke politieke boodschap bevat en weinig oplevert voor Amsterdam of diens diverse bevolkingsgroepen, zeker gezien het ontbreken van vergelijkbare aandacht voor Arabisch-islamitische gemeenschappen binnen de stad. Bovendien wordt haar betrokkenheid gezien als een manier om zich te profileren binnen de landelijke politiek, mogelijk met het oog op een toekomstige rol in Den Haag. Het initiatief, hoewel symbolisch waardevol voor Hongaarse LHBTI-activisten, zal de relaties tussen Amsterdam en Boedapest niet verbeteren en lijkt vooral te dienen als een middel tot politieke positionering van Halsema zelf.