Het verhaal achter deze foto van Michael Jordan door een Nederlandse fotograaf

dinsdag, 7 oktober 2025 (10:58) - De Volkskrant

In dit artikel:

In 1984 fotografeerde de Nederlander Co Rentmeester in Chapel Hill (North Carolina) een jonge Michael Jordan voor Life: een zorgvuldig geregisseerde sprongfoto, geïnspireerd op ballet, die later als een van Rentmeesters meest herkenbare beelden zou gelden. De opname – een serie van negentien frames waarin Jordan lijkt te zweven – belandde in het zomernummer van Life en bevestigde Rentmeesters reputatie als internationaal bekroond fotograaf (tweemaal World Press Photo) en voormalig Olympisch roeier.

Kort daarna vroeg Nike via creatief directeur Peter Moore om twee dia’s van die reeks “voor een presentatie”. Rentmeester stemde schoorvoetend toe onder strikte voorwaarden. Enkele maanden later zag hij tot zijn schrik een levensgroot billboard met bijna hetzelfde beeld, maar met de skyline van Chicago in plaats van het gras van Chapel Hill. Uiteindelijk kreeg Rentmeester een eenmalige regeling: Nike mocht de foto twee jaar in Noord-Amerika gebruiken voor posters en billboards in ruil voor 15.000 dollar en een belofte van toekomstige opdrachten die nooit werden ingevuld.

Het conflict escaleerde toen Nike jaren later een silhouet van Jordan gebruikte — het inmiddels wereldberoemde Jumpman-logo — op de Air Jordan-sneakers. Die lijn groeide uit tot een miljardenbusiness (Jordan Brand, verbonden aan Nike) en het beeld werd een cultureel icoon. Rentmeester houdt vol dat het logo direct van zijn foto afgeleid is en ervaart het gebruik als diefstal van zijn creatieve werk; “Elke keer als ik dat logo zie, voel ik een dolk in mijn hart,” zegt hij.

Rentmeester probeerde jarenlang juridische stappen te zetten. In 2014 nam een advocaat het op “no cure, no pay”, maar een zaak in Portland (2015) liep stuk: de rechter oordeelde dat Nike geen auteursrechtelijke inbreuk had gemaakt. Volgens het vonnis kon Rentmeester niet overtuigend aantonen dat de Nike-afbeelding wezenlijk hetzelfde was; kleine verschillen in houding en hoek maakten volgens de rechtbank onderscheid. De uitspraak beroerde Rentmeester extra omdat de rechter fotografie als minderwaardige kunst afdeed, iets wat hem als vakman diep kwetste.

Desondanks is de kwestie nog niet helemaal afgesloten. Advocaten hebben recent gekeken naar een eerder niet-ingebracht frame uit Rentmeesters fotoserie — “frame vier” — dat naar verluidt veel nauwer overeenkomt met de Nike-afbeelding. Dat ongebruikte beeld zou nieuw bewijsmateriaal kunnen opleveren voor een hernieuwde procedure. Rentmeester, inmiddels 89, overweegt die stap deels vanuit principe en deels om een erfenis voor zijn kinderen en kleinkinderen veilig te stellen.

Belangrijke context: auteursrecht beschermt de concrete uitdrukking van een idee, niet het idee zelf; rechtbanken wegen details in houding, compositie en setting om te bepalen of iets gekopieerd is. Nike heeft in deze zaak nooit publiek gereageerd; de betrokkenen uit de vroege jaren — Peter Moore en fotograaf Chuck Kuhn (die de Chicago-shoot deed) — zijn inmiddels overleden.

Rentmeesters verhaal is meer dan een persoonlijke strijd om geld; het gaat om erkenning van creatieve eigendom en om de spanning tussen individuele makers en multinationals die beeldmerken en commerciële iconen vormen. Ondanks zijn leeftijd en de juridische tegenslagen blijft hij onverminderd verontwaardigd en alert, gedreven door trots op zijn werk en de wens dat toekomstige generaties weten wie de oorspronkelijke maker was.