Het verborgen leven van kleine marters

zaterdag, 23 augustus 2025 (13:05) - NatureToday.nl

In dit artikel:

23 augustus 2025 — De kleinste Nederlandse roofdieren behoren tot de marterachtigen: wezel, hermelijn en bunzing. Alle drie hebben een lang, slank lijf, korte poten en flexibele bouw (vooral handig in dichte begroeiing) en zijn herkenbaar aan vijf tenen op de voorvoeten. In grootte lopen ze op van wezel (11–25 cm), via hermelijn (16–31 cm) naar bunzing (50–70 cm). De wezel jaagt vooral in muizengangen, de hermelijn pakt naast muizen ook konijnen met uithoudingsvermogen, en de bunzing bestrijkt droge én natte terreinen en eet onder meer muskusratten, konijnen en amfibieën. Een opvallende jachtstrategie: sommige marters bijten kikkers in de ruggengraat zodat ze verlamd blijven en als levende voorraad bewaren.

Hun biologie brengt kwetsbaarheden mee: klein lichaam betekent een hoge warmteverliesratio, waardoor wezel en hermelijn elk paar uur moeten jagen. Menselijke invloeden verergeren de druk: anticoagulantia tegen knaagdieren leiden tot secundaire vergiftiging, het landschap wordt opgeschoond waardoor schuilplaatsen verdwijnen en het oogstproces verandert in enkele uren een begroeid veld in kaal terrein. Klimaatverandering maakt de winterskleur van de hermelijn riskanter — de witte wintervacht met zwarte staartpunt valt steeds vaker op in sneeuwarme winters. Daarnaast zijn huiskatten en diverse vogelpredatoren (reigers, ooievaars, uilen, roofvogels) een extra bedreiging. Waar vroeger slechte jaren soms werden gevolgd door herstel, ontbreekt die compensatie steeds vaker.

Praktisch: de Zoogdiervereniging organiseert op 1 en 2 oktober een cursus over kleine marterachtigen waarin onderzoekstechnieken en omgang met resultaten voor beheer, ruimtelijke plannen en vergunningen worden behandeld. Aanmelden kan via de website van de vereniging. Tekst en beeld: Dick Klees (leadfoto hermelijn).