Het tijdperk van Wilders is niet voorbij: zijn rabiate gedachtegoed over asiel en de islam is genormaliseerd

donderdag, 30 oktober 2025 (12:46) - De Groene Amsterdammer

In dit artikel:

Op 30 oktober 2025 liet Nederland een politieke kaart zien waarin het radicaal-rechtse gedachtegoed groter is dan ooit, ook al staat Geert Wilders’ PVV op papier lager dan bij de vorige verkiezingen. PVV verloor aanzienlijk (elf zetels), maar het rechts-radicale spectrum versplinterde over meerdere partijen: JA21 groeide van één naar negen zetels, Forum voor Democratie naar zeven, en samen met partijen als BBB en SGP beslaan deze fracties ruim een derde van het parlement. Daarmee is het idee dat dit een zware tik voor radicaal-rechts zou zijn — zoals sommige buitenlandse media schreven — te optimistisch.

De verkiezingsnacht bracht onverwachte verschuivingen: GroenLinks-PvdA leed verlies (vijf zetels) en Frans Timmermans verdwijnt als lijsttrekker; D66 onder Rob Jetten boekte juist historische winst en kwam dicht in de buurt van de PVV. Jettens campagne viel op doordat hij afstand nam van eerder kosmopolitische imago’s en juist een opgewekte, nationaalgetinte toon aansloeg — met symboliek en taal die dicht tegen het nationalisme van de rechtsflank aanzat. Deze strategische koerswending werd succesvol beloond, maar de schrijver waarschuwt dat machtspolitiek ten koste gaat van principes en echte levens, van asielzoekers aan de grens tot kinderen op islamitische scholen.

Migratie bleef het dominantie thema van de verkiezingen. Rechtse partijen wisten de angst voor veranderende wijken en cultuurbeelden als bepalend probleem te presenteren; media-aandacht versterkte dit door mensen met een migratieachtergrond vooral als onderwerp van debat en verdachtmaking neer te zetten. Statushouders werden geregeld weggezet als druk op de woningmarkt, islamitisch onderwijs als bedreiging voor de democratie — retoriek die volgens het artikel niet nieuw is, maar nu meer genormaliseerd dan ooit.

Belangrijk punt: de normalisering van Wilders’ harde toon over asiel, migratie en de islam reikt verder dan zijn eigen zetelaantal. Zijn succes ligt deels daarin dat zijn narratief de politieke mainstream binnenstroomde; partijen van het midden en zelfs sommige linkse stemmen namen migratiesentimenten over of hielden de deur open naar samenwerking met rechts. Daarmee is de racistische onderstroom in het publieke debat vrijelijker geworden: openlijke veroordelingen van mensen met een andere huidskleur, religie of taal zijn minder taboe, en migranten worden vaak gereduceerd tot een fout of bedreiging.

De lange termijngevolgen zijn zorgelijk: Nederlanders met een migratieachtergrond, vooral moslims, voelen zich veelal niet vertegenwoordigd en minder veilig, en hebben weinig vertrouwen in politiek. De schrijver concludeert dat Wilders zijn doel al bereikt kan hebben zonder te regeren — door de agenda en het publieke sentiment te verschuiven — en waarschuwt dat electorale winst voor partijen als D66 via opportunistische nationalistische tactieken uiteindelijk schadelijke praktische gevolgen heeft voor de meest kwetsbaren in de samenleving.