Het Suriname Museum vraagt om een andere benadering dan andere musea
In dit artikel:
15 oktober 2025 — In Amsterdam presenteert het Suriname Museum zich niet als traditioneel museum maar als een ‘thuiskomst’: een plek bedoeld om Surinaamse geschiedenis en collectieve herinnering te laten leven. Bij bezoek was het druk en veel bezoekers van Surinaamse afkomst leken de tentoonstelling te ervaren als herkenningsruimte. Tegelijk voert de inrichting en inhoud een duidelijk pamflettair accent: de focus ligt vrijwel uitsluitend op de koloniale periode, slavernij en de na-afschaffing gevormde migratiegemeenschappen; recente politieke gebeurtenissen ontbreken opvallend.
De presentatie is fraai vormgegeven: decorstukken, planten, fauna, een galerij van een planterswoning, talloze videoschermen en bruiklenen van instellingen zoals het Wereldmuseum en het Amsterdam Museum vormen een sfeervol geheel. Toch rijzen er serieuze vragen over brongebruik en contextualisering. Veel getoonde afbeeldingen en objecten — onder andere werk uit John Stedmans 1796-uitgave — worden zonder maker-, datering- of herkomstgegevens getoond. Daardoor ontstaat gemakkelijk de indruk dat alle afbeeldingen van geketende mensen direct op Suriname slaan, terwijl sommige prenten uit heel andere koloniale contexten stammen (bijvoorbeeld een litho afkomstig uit Livingstones verslag over de Zambesi).
Ook videofragmenten en beeldsculpturen missen nuancering. Een verwijzing naar het tentoonstellen van schedels als afschrikmiddel plaatst een afbeelding uit Stedman zonder uitleg naast de bewering; die tekening liet juist de geviseerde luitenant Lepper en zijn mannen zien, onthoofd door opstandelingen. Het levensgrote beeld van rebellenleider Boni is weer gebaseerd op een illustratie van William Blake, die Suriname nooit bezocht en Boni afbeeldde volgens klassiek-Griekse heldenconventies — een geëigende maar misleidende representatie van een lokaal verzetspersoon.
Belangrijkste tekortkoming is dus niet het ontbreken van emotie of identiteitsbevestiging — die zijn er wel — maar het gebrek aan kritische toelichting bij vrijwel al het Europese bronmateriaal. Daardoor blijft onduidelijk in hoeverre wat wordt getoond daadwerkelijk Surinaamse herkomst heeft, wat de makers, data en context zijn, en hoe representatief de selectie is voor de volle geschiedenislijn van Suriname, inclusief de politieke ontwikkelingen na de onafhankelijkheid.