Het Rooyens-effect (deel 2)
In dit artikel:
Willem Ruis, ooit een radioman die koste wat kost op televisie wilde, groeide uit tot Neerlands populairste showmaster en werkte samen met programmamaker Wim Rooyens aan de ambitieuze De Sterrenshow. Aanvankelijk weigerde Ruis op te treden in een tent, maar toen circusfamilie Lorch met een gigantische Italiaanse tent terugkwam — 2.530 m², plek voor 1.500 bezoekers en technische snufjes als een vidiwall van 54 schermen, een zeven meter hoge loopbrug en een op afstand bestuurbare camera — veranderde hij van gedachten. De productie was visueel en technisch baanbrekend; het werd het grootste rondreizende elektronische circus van Europa. Financieel liep het echter spaak: in seizoen ’84-’85 bleek de VARA bijna twee miljoen gulden te veel te hebben uitgegeven, grotendeels toegerekend aan De Sterrenshow, waardoor de omroep dichtbij faillissement kwam en Marcel van Dam ingreep. Door bezuinigingen en tegenstand tegen commerciële sponsoring raakte Ruis gefrustreerd; zijn aanvankelijke vuur doofde en samenwerking met de omroep werd problematisch. Hoewel de show artistiek aansloeg, waren de kosten onhoudbaar en bleef structurele steun uit. Rooyens gelooft dat zulke grootschalige zaterdagavondshows ooit terug kunnen keren door de huidige behoefte aan saamhorigheid, maar waarschuwt dat Hilversum eerst nieuw talent moet kweken om een opvolger van Ruis op het toneel te krijgen. In de slotbeelden van De Sterrenshow valt Ruis’ doek letterlijk en figuurlijk: “mijn doek valt met deze tent” — een afscheid vóór zijn dood, ruim een jaar later, op slechts 41-jarige leeftijd.