Het rommelige belasting- en toeslagenstelsel moet op de schop, vindt inspecteur-generaal Bart Snels: 'Het is nu echt tijd voor actie'

dinsdag, 2 december 2025 (17:15) - De Groene Amsterdammer

In dit artikel:

Het Nederlandse belasting- en toeslagensysteem is volgens inspecteur‑generaal Bart Snels onhoudbaar en “een rommelzolder”, met ingrijpende gevolgen voor burgers, uitvoering en de schatkist. In een interview (verschijningsdatum 2 december 2025) schetst Snels — voormalig GroenLinks‑Kamerlid en sinds enkele jaren hoofd van de Inspectie belastingen, toeslagen en douane — hoe kleine fouten, voorschotwerking en een wirwar aan uitzonderingen mensen in financiële nood brengen en het vertrouwen in de overheid ondermijnen.

Het probleem in praktijk: werknemers van de Rotterdamse sociale werkvoorziening kregen na jaren te laag ingeschaald te horen dat ze gemiddeld €6.000 bruto per persoon te weinig hadden ontvangen. Hoewel de gemeente de achterstand herstelde en de Belastingdienst beloofde deze nabetaling niet op toeslagen te verrekenen, ontstond veel angst bij de betrokkenen over mogelijke terugvorderingen van huur-, zorg-, kinder- en kindertoeslag. Dit voorbeeld illustreert volgens Snels de kern van het probleem: het toeslagensysteem werkt met voorschotten en rekent achteraf af, waardoor onzekere inkomenssituaties snel leiden tot forse terugvorderingen en schulden.

Snels pleit niet louter voor bijstelling maar voor het afschaffen of fundamenteel anders inrichten van het toeslagensysteem. Hij verwijst naar vijftien jaar aan aanbevelingen van commissies die pleiten voor vereenvoudiging en merkt op dat politieke wil ontbreekt: stelselwijzigingen vereisen politieke consensus en compromissen die tijdens kabinetsformatie gemaakt moeten worden. In plaats daarvan ontstaan vaak nieuwe commissies of uitstel, wat volgens hem de problemen voortzet. Hij waarschuwt tegen het telkens blind mikken op kleinere koopkrachtplaatjes en benadrukt dat onzekerheid over waar men terechtkan en hoe men formulieren invult grotere materiële gevolgen heeft voor mensen.

Snels zet concrete pijnpunten uiteen:
- Fragmentatie: gemeenten hanteren uiteenlopend minimabeleid, met inkomensgrenzen die sterk uiteenlopen (110–130% van het sociaal minimum), en veel regelingentegemoetkomingen vereisen afzonderlijke aanvragen, wat lage‑inkomenshuishoudens in verwarring brengt.
- Voorschotsproblematiek: voorschotten en verrekeningen leggen het risico bij burgers; wie onzeker is over toekomstige inkomsten kan grote terugbetalingen krijgen.
- Administratieve schok: automatische signalering door woningcorporaties en nutsbedrijven aan gemeenten bij betalingsachterstanden werkt goed; de Belastingdienst participeert nauwelijks, terwijl de overheid vaak veroorzaker van schulden is.
- Arbeidstoenameonduidelijkheid: mensen die meer willen gaan werken weten vaak niet of zij er netto op vooruitgaan; berekeningen zijn ingewikkeld, zelfs op ministeries niet triviaal.
- Vermogensbelasting (box 3): de Hoge Raad‑uitspraak van 2021 toonde dat de Belastingdienst jarenlang rekende met fictieve rendementen; terugvorderingen en correcties zijn complex en ondermijnen vertrouwen. Een omschakeling naar belasting op werkelijk rendement stuit op informatie‑ en uitvoeringsproblemen.

De financiële schade is groot: de hersteloperatie van de toeslagenaffaire kost al meer dan €10 miljard, plus miljarden aan nazorg bij box 3. Daarnaast is veel van het belastingbeleid ondoorzichtig: van de fiscale regelingen is van ongeveer 85% onduidelijk of zij hun oorspronkelijke doel nog dienen. Door tal van uitzonderingen en bijzondere regelingen is het stelsel sinds de eeuwwisseling alleen maar ingewikkelder geworden, aldus Snels.

Als oplossingsrichting stelt zijn inspectie onder meer:
- Afschaffen of herstructureren van toeslagen: sommige regelingen kunnen worden omgezet in directe voorzieningen (voorbeeld: kinderopvangtoeslag vervangen door directe betalingen aan opvang, waardoor kinderopvang bijna gratis wordt); zorgtoeslag kan deels worden opgelost via verlaging van zorgpremies in plaats van rondpompen van geld.
- Meer inzicht en geleidelijke uitkering: bij huurtoeslag pleit hij voor betere actuele inkomensgegevens en in eerste instantie bijvoorbeeld 90% uitkeren om latere terugvorderingen te beperken.
- Jaarlijks vereenvoudigingsplan: een vaste “vereenvoudigingsdag” en jaarlijks plan om stapsgewijs fiscale complexiteit af te bouwen en politieke besluitvorming te forceren.
- Betere datakoppeling en participatie van de Belastingdienst bij vroegsignalering van betalingsproblemen.

Snels benadrukt dat uitvoering en rechtvaardigheid samenhangen met vertrouwen: de Belastingdienst staat onder hoge druk, deels door politieke onduidelijkheden (bijv. definities rond zzp’ers). Hij is kritisch op de neiging van politici om vooral uitgaven te prioriteren zonder evenveel aandacht te besteden aan inkomsten‑ en stelselvraagstukken. Voor echte verandering is politieke moed tijdens formatie nodig; nieuwe commissies zullen volgens hem alleen maar vertragen.

Tot slot wijst Snels op het democratische element: hoewel aangifte tegenwoordig eenvoudig is, betekende het oude, omslachtige aangiftesysteem wel dat burgers beter begrepen hoe het stelsel werkte. Voor duurzame hervorming is volgens hem betrokkenheid van burgers en heldere politieke keuzes onmisbaar.