Het rechtse canaille in Uithoorn en Houten is de voorhoede van de PVV
In dit artikel:
In Uithoorn en Houten veroorzaakte de zogenoemde voorhoede van de PVV recent agressieve confrontaties rond het gemeentehuis: gepolitiseerde relschoppers gingen de strijd aan met de politie en probeerden via intimidatie buurtbewoners, raadsleden en wethouders af te schrikken — onder meer om tegenstanders van het weigeren van asielzoekerscentra bang te maken. De auteur beschouwt dit niet als loslopende incidenten, maar als bewuste pogingen om straatmacht te vestigen en democratisch gezinde burgers te intimideren.
Tegelijkertijd schildert de tekst Geert Wilders als iemand die in politieke clips geweld formeel afkeurt, maar vervolgens de woede over asiel en islam aanwakkert. Die mediaprentjes, gecombineerd met het straatgeweld van aanhangers, vormen volgens de schrijver een strategie die richting autoritarisme wijst. De auteur plaatst de huidige verkiezingsstrijd daarom niet meer op het klassieke links-rechts-aspect, maar als een fundamentele keuze tussen democratie en autoritarisme: aan de ene kant Wilders en soortgenoten (PVV, plus FvD, BBB, JA21), aan de andere kant partijen die volgens hem mensenrechten en democratische waarden verdedigen.
Politieke consequentie: in tijden van meerdere crises pleit hij voor een breed kabinet met CDA, GroenLinks-PvdA, D66 en bij voorkeur de VVD. Als de VVD niet meedoet, meent hij dat een minderheidskabinet met gedoogsteun van SP, Volt, ChristenUnie en Partij voor de Dieren nodig is om te voorkomen dat Nederland “verloren” raakt. Hij noemt Dilan Yesilgöz als voorbeeld van een VVD’er die na een nederlaag wellicht alsnog afstand kan nemen van Wilders-invloed.
Als literaire en emotionele reactie bewerkt de auteur een oud Iers strijdlied tot een Nederlandse variant: een oproep om het nationale symbool niet in handen te laten vallen van wat hij “rechts canaille” noemt, en om de vlag te laten behoren aan wie delen en bouwen. Die bewerkte tekst dient als symbolisch tegengeluid tegen verdeeldheid en haat.
Afsluitend benadrukt de schrijver dat het toeslagenschandaal en de Groningse aardgasaffaire niet uit het publieke debat mogen verdwijnen, en herhaalt hij zijn oordeel dat de PVV een extreemrechtse partij is. Hij verwijst tot slot naar de podcast Het Geheugenpaleis voor verdere duiding van de politieke ontwikkelingen rondom Wilders.