Het Nederlandse leger doet al jaren in het geheim zaken met de omstreden techreus Palantir - net als de politie

maandag, 1 september 2025 (06:08) - Follow the Money

In dit artikel:

Het Amerikaanse softwarebedrijf Palantir, bekend om zijn nauwe banden met de Amerikaanse inlichtingendiensten en het Pentagon, blijkt al ruim een decennium diep geïntegreerd in Nederlandse veiligheidsapparaten. Onderzoek van Follow the Money toont aan dat Defensie sinds 2010 zaken doet met Palantir en dat de Nationale Politie de software sinds 2011 inzet. Beide instanties gebruiken de tools voor gevoelige taken: de politie als fundament voor een centraal dataplatform voor zware criminaliteit en defensie onder meer voor aansturing van speciale operaties.

Bij Defensie wordt Palantir volgens ingewijden gebruikt door het Special Operations Command (SOCOM), dat inzet en coördinatie van de Korps Commandotroepen en het Korps Mariniers verzorgt. Ook werkt Nederland mee aan de implementatie van Palantirs Maven Smart System — recent door de NAVO aangekocht — dat AI gebruikt om grote hoeveelheden bronnen (dronebeeld, satelliet, etc.) te verwerken en communicatie tussen partners en wapensystemen te verbeteren. Bronnen denken dat Palantir-technologie waarschijnlijk ook in bredere NATO-samenwerkingen en mogelijk in de F-35-omgeving terugkomt, omdat er nauwelijks alternatieven bestaan om verschillende partnerlanden interoperabel te laten opereren. Palantir ontkent dat zijn software in de Nederlandse F-35’s wordt gebruikt; Defensie geeft geen duidelijkheid.

Binnen de politie is Palantir de ruggengraat van de zogenaamde Raffinaderij, het centrale dataplatform voor opsporing van zware criminaliteit. De software speelde een cruciale rol bij grootschalige onderzoeken: bij het ontmantelen van het kinderpornonetwerk van Robert M. (2010) hielp het enorme hoeveelheden materiaal te analyseren; bij het MH17-onderzoek (2014) werden door Oekraïense diensten geleverde telefoongegevens en afgeluisterde communicatie met Palantir-tools gekoppeld en geanalyseerd; en in de 26Koper-zaak droeg het systeem bij aan het traceren van de Utrechtse liquidatiegroep en het vroegtijdig in beeld brengen van Ridouan Taghi. Politieleiders zagen de technologie vanaf midden jaren 2010 als onmisbaar voor modern forensisch en intelligencewerk.

De schaal van de dataverwerking is groot: Palantirs applicaties zijn aangesloten op belangrijke Nederlandse politieregisters, waaronder de landelijke Basis Voorziening Handhaving (BVH). Dat betekent dat gegevens over miljoenen burgers — van strafdossiers tot incidentmeldingen, GPS-traces, vingerafdrukken en afgetapte telefoonnummers — via de tools doorzoekbaar en analyseerbaar worden. Over de precieze contractvoorwaarden en financiële omvang bestaan weinig publieke gegevens; vanaf het eerste contract in 2010/2011 werden geheimhoudingsovereenkomsten gesloten en veel opdrachten buiten Europese aanbestedingsprocedures gehouden. Dick Schoof was in 2011 een van de eerste topambtenaren die tekende voor vertrouwelijkheid.

Dat gebrek aan transparantie valt samen met een vrijwel ontbreken van externe toetsing. In Nederland is de broncode van Palantir niet door een onafhankelijke toezichthouder onderzocht en er is geen apart controleorgaan dat de rechtmatigheid van het gebruik van zulke krachtige analyses structureel toetst. Dat staat in contrast met Duitsland, waar toegang tot de broncode een voorwaarde was om privacy- en rechtswaarborgen te kunnen bieden. Experts waarschuwen dat de systemen, hoe effectief ook, grote groepen onschuldige mensen als verdachte kunnen markeren doordat analyses breed en diep zijn — vragen over proportie en doelbinding blijven cruciaal.

Palantir zelf benadrukt dat het een dataverwerker is, geen beheerder of handelaar van Nederlandse data, en ontkent dat het Nederlandse data verzamelt of gebruikt om AI-modellen te trainen. De politie stelt dat Palantir-medewerkers incidenteel en onder toezicht updates uitvoeren en dat het bedrijf geen directe toegang tot de data heeft. Critici vinden die waarborgen ontoereikend: externe deskundigen en voormalige toezichthouders waarschuwen voor afhankelijkheid van een Amerikaans bedrijf dat politiek en commercieel veel macht vergaderd kan uitoefenen, zeker nu Palantir onder president Trump nog nauwere banden heeft met de Amerikaanse staat en het bedrijf betrokken is bij projecten die migranten kunnen traceren of waarbij militair succes onderdeel is van een bredere politieke agenda.

De politiek heeft inmiddels Kamervragen gekregen van partijen als Forum voor Democratie en NSC. Adviesraden en privacywaakhonden wijzen op het ontbreken van een wettelijk kader en van toezicht, wat volgens hen de grondrechten van burgers niet voldoende beschermt. Akademische en cyber-experts roepen op tot meer transparantie, formele controle op updates en broncode en minder afhankelijkheid van buitenlandse techleveranciers voor vitale nationale veiligheidssystemen.

Kort samengevat: Palantir speelt al jaren een centrale rol binnen Nederlandse opsporing en defensie, met grote impact op hoe data wordt gebruikt in strafrechtelijke en militaire contexten. De samenwerking levert operationele voordelen, maar roept serieuze vragen op over privacy, democratische controle, juridische waarborgen en strategische afhankelijkheid van Amerikaanse technologie en belangen.