Het Ministerie van Waarheid, voorheen fictie, nu realiteit

donderdag, 4 december 2025 (12:32) - De Andere Krant

In dit artikel:

George Orwell’s roman Nineteen Eighty-Four wordt in het artikel gelezen als actueel waarschuwingsteken: de instrumenten van totalitaire controle die hij beschreef, zouden zich tegenwoordig in gemoderniseerde vorm binnen westerse democratieën manifesteren. Orwell schreef het boek eind jaren veveertig op het Schotse eiland Jura, nadat hij de Spaanse Burgeroorlog en zijn ervaringen bij de BBC en MI5 had meegemaakt. Die achtergrond maakte hem bewust van propaganda, historische manipulatie en psychologische instrumenten die niet per se door tanks of openlijke dictatuur hoeven te werken, maar door subtiele conditionering.

Centrale vergelijking is het Ministerie van Waarheid: geen klassieke propaganda-machine, maar een systeem dat feiten herschrijft, beelden en statistieken uitwist en zo een nieuwe gedeelde realiteit oplegt. Het artikel stelt dat moderne instituties — van EU-commissies en universiteiten tot media en techbedrijven — soortgelijke functies vervullen via regels, inclusiecodes, moderatie en algoritmische selectie. Taal, zo betoogt de auteur, is een primair wapen: vocabulaire wordt versmald door politieke correctheid en beleid dat onder het mom van veiligheid, inclusie of ‘betrouwbare informatie’ gedrag en discours stuurt. Wie zich niet aan de voorgeschreven termen houdt kan sociaal of professioneel worden uitgesloten.

De smartphone fungeert nu als telescreen: vrijwillig geraadpleegd, houdt hij intieme data en emoties vast en bepaalt hij via platformregels en algoritmes welke perspectieven zichtbaar blijven. Kunstmatige intelligentie en contentmoderatie werken steeds vaker als digitale arbiter van wat legitieme informatie is. Tijdens de coronaperiode, zo wordt aangevoerd, waren regeringen en big tech voor het eerst expliciet samengevallen in het afdwingen van één dominant narratief, waardoor afwijkende stemmen werden weggemodereerd en een beperkte informatiebandbreedte ontstond.

Nieuw in de analyse is de nadruk op conditionering en zelfcensuur: niet alleen externe dwang, maar ook intern afgeleerde volgzaamheid — vergelijkbaar met Orwelliaans doublethink — breekt individueel verzet. De massa raakt zo gewend aan een kant-en-klare ‘betrouwbare’ werkelijkheid en verliest het vermogen tot autonoom denken. Volgens de auteur zijn het niet alleen klassieke autoritaire regimes die gevaarlijk zijn; het moderne gevaar schuilt in ogenschijnlijk redelijke, bureaucratische mechanismen die dissidentie technologisch en cultureel marginaliseren.

Specifiek genoemd wordt het recent door de Europese Commissie gepresenteerde ‘Democracy Shield’ en de roep om strengere overheidsregie op informatievoorziening als voorbeelden van initiatieven die, ondanks goede bedoelingen, kunnen bijdragen aan centralisering van informatie en het monddood maken van tegenstemmen. Universiteiten en kennisinstituten worden in het stuk ironisch aangeduid als hedendaagse bouwers van een Ministerie van Waarheid omdat zij soms even eenzijdig focussen op het ‘rechtse gevaar’ dat ze blind zijn voor hun eigen technocratische invloed.

De conclusie van het artikel is een waarschuwende: orde en veiligheid mogen niet verworden tot mechanismen die het individuele denkvermogen uithollen. Democratieën zouden moeten opletten dat maatregelen voor betrouwbaarheid, inclusie en veiligheid geen subtiele vorm van totalitarisme opleveren waarbij mensen niet alleen gehoorzamen, maar zelfs van binnenuit hun eigen vrijheid prijsgeven.