Het kan wel onzin zijn wat Dan Brown verkondigt, het verkoopt goed
In dit artikel:
Tussen alle verkiezingswinden serveert de columnist liever “gewone onzin” en begint met een persoonlijke medische anekdote: hij had kniepijn met een knappend geluidje; de fysiotherapeut stelde een scheurtje in de mediale meniscus vast, niet door sport maar door ouderdom. De meniscus is het C‑vormige kraakbeen dat als schokdemper werkt in de knie. Vroeger werd zo’n scheur vaak operatief behandeld door een stuk meniscus weg te snijden, maar tegenwoordig luidt het advies meestal: oefeningen, geduld en weefselmassage — operaties blijken in veel gevallen overbodig. Internetvideo’s die direct een nette oplossing laten zien met wegsnijden trokken daarentegen de verkeerde conclusie; recent onderzoek heeft aangetoond dat conservatieve behandeling vaak even goed of beter werkt dan het routinematig verwijderen van meniscusweefsel.
Vervolgens richt de column zich op de populaire, grappige onzin rond spiritualiteit — aangezwengeld door bekende auteurs. In een recent NRC‑interview zei Dan Brown: “Hoe dieper ik in de wetenschap duik hoe meer spiritualiteit ik zie.” Brown omarmt het idee van een non‑lokaal bewustzijn: bewustzijn zou van buitenaf op ons inwerken, een theorie die hij wil onderbouwen met voorbeelden als meditatie-experimenten op randomgetallengeneratoren, vreemde taalverschijnselen na hoofdtrauma en met name bijna‑doodervaringen. De columnist wijst op een interne onlogica: als bewustzijn van buiten komt, suggereert dat toch weer een bronplaats — een tegenstrijdigheid die niet zomaar wordt opgelost door vage metafysica.
De tekst legt ook een parallel met Pim van Lommel, die vergelijkbare ideeën heeft gehad, en signaleert het commerciële succes van zulke visies: Van Lommel verkocht tienduizenden exemplaren, Brown miljoenen, terwijl boeken die dit soort claims ontkrachten slechts een fractie van dat publiek bereiken. De slotreflectie is pijnlijk ironisch: na tienduizenden jaren beschaving blijft er iets komisch treurigs over onze gedragingen — geïllustreerd door een collega die het menselijke eindproduct samenvat als een aap met een plastic zakje die hondendrollen opruimt. De boodschap is helder: onzin verkoopt goed, maar dat maakt het nog geen waarheid.