Het Japanse spoor is een symbool van nationale trots, geprivatiseerd, winstgevend én met goedkope tickets. Hoe kan dat?

zaterdag, 8 november 2025 (13:03) - NRC Handelsblad

In dit artikel:

Niels Erdkamp (28), beleidsmedewerker servicekwaliteit bij JR East, werkt midden in de hectiek van een Tokiose stationshal en legt uit hoe het Japanse spoorsysteem dag en nacht functioneert. Sinds de eerste lijn tussen Tokio en Yokohama in 1872 groeide het netwerk uit tot een nationale levensader: dagelijks reizen Japanners zo’n 65 miljoen keer per trein over ruim 29.400 kilometer spoor. In Tokio alleen wordt meer dan de helft van alle verplaatsingen per trein gedaan; Shinjuku verwerkt ruim 1,3 miljoen reizigers per dag.

Historisch keek Japan na de vroege commerciële expansie en een periode van staatsonvermogen (een schuldenberg bij Japan National Railways) in 1987 deprivatisering in. Het personenvervoer werd verdeeld over regionale JR-bedrijven, waarvan JR East nu de grootste is. Deze bedrijven maakten vanaf de jaren 2000 winst door stations niet alleen als vervoersknooppunten, maar ook als winkelcentra, kantoorcomplexen, hotels en vastgoedprojecten te ontwikkelen. JR East beheert honderden winkelcentra, duizenden hotelkamers en grote kantoorruimtes; in 2019 leverde dat bedrijf 3.000 miljard yen omzet en 200 miljard yen winst op. Tijdens de coronapandemie liep JR East echter een verlies op van 578 miljard yen, maar vastgoed- en winkelinkomsten stutten de klap.

Het systeem draait op strikte veiligheids- en efficiëntieprocedures. Grote ongelukken in de jaren vijftig en zestig, en latere rampen in 1991 en 2005, leidden tot verplicht ingevoerde automatische remsystemen, jaarlijkse veiligheidsrapportages en intensieve analyses van incidenten — zelfs bijna-ongelukken. Binnen JR East is “veiligheid eerst” een dagelijkse leidraad: machinisten oefenen nauwkeurig stoppen tot op centimeters, perrons zijn volgeplakt met markeringen die instapplaatsen en doorstroom reguleren, en korte melodieën en omroepen sturen reizigers. Resultaat: sinds 1991 is het aantal dodelijke slachtoffers op het spoor gehalveerd; Shinkansen-hogesnelheidslijnen kennen sinds 1964 geen dodelijk passagiersongeval en een gemiddelde vertraging van slechts enkele tientallen seconden.

Toch zijn reizigers kritisch: hoge verwachtingen betekenen dat kleine vertragingen of drukte snel klachten opleveren. JR East verwerkt jaarlijks tienduizenden klantenverzoeken. In dichtbevolkte gebieden zijn treinen overvol maar frequent; op het platteland daarentegen functioneert de trein als essentiële verbinding. JR East exploiteert ruim 2.200 kilometer verlieslatend plattelandsnetwerk en beschouwt dat als publieke taak, cruciaal voor dorpen waar wegen in de winter onbereikbaar kunnen zijn.

Kortom: Japanse spoorwegen combineren technische precisie, rigoureuze veiligheidscultuur en een commercieel vastgoedmodel om enorme passagiersaantallen efficiënt te bedienen — een systeem dat uitgedacht en ingevoerd is om zowel stedelijke massa’s te verplaatsen als afgelegen gemeenschappen verbonden te houden. Erdkamp: trots werkt hij mee aan de Engelse omroep op zijn station en aan een systeem “dat gewoon werkt”.