"Het is serieus tijd voor meer burgerlijke ongehoorzaamheid"
In dit artikel:
Jan Vermeersch uit het West-Vlaamse Ingelmunster — zichzelf profilend als clown, circusartiest en hedendaagse ‘hofnar’ — heeft de voorbije maanden met korte, maatschappijkritische sketches op Facebook en TikTok veel aandacht getrokken. Hoewel hij geen fan is van sociale media, gebruikt hij die platformen sinds de coronaperiode als podium om humor en prikkels te brengen wanneer hij geen optredens heeft. Zijn filmpjes van enkele minuten behandelen actuele dossiers zoals digitalisering, energie (zonnepanelen), subsidiesystemen, oorlog en defensie, coronabeleid en de invloed van multinationals en overheid op het dagelijks leven.
Vermeersch bouwde zijn carrière na studies in Brussel en Toulouse op als circusdocent en -artiest en richtte in 2002 het gezelschap Cirqulation Locale op. Naast solo-optredens ontwikkelde hij zich tot artistiek directeur en showregisseur voor grootschalige evenementen — van sportstadions tot bedrijfsfeesten — maar blijft hij kleinschalige acts en lokale manifestaties even belangrijk vinden. In zijn voorkomen is hij bescheiden en nuchter; in zijn werk zoekt hij scherpte, ironie en herkenbaarheid.
De concrete inspiratie voor zijn video’s ontstaat soms onverwacht vroeg in de ochtend; sinds juli van dit jaar publiceert hij sketches vaker. Het bereik overtreft zijn verwachtingen: algoritmes brengen zijn inhoud ook bij mensen buiten zijn traditionele achterban, waaronder burgers die zich afvragen of sommige maatschappelijke verhalen wel kloppen. Reacties zijn uiteenlopend — van dankbaarheid en openbaring tot felle tegenkanting — en komen uit uiteenlopende hoeken: links, rechts, ondernemers en mensen die zich in hun levenssfeer door regelgeving verstikt voelen. Volgens Vermeersch toont die respons dat er behoefte is aan genuanceerde debatten, iets wat hij elders vaak mist.
De keuze van de zelfbenoemde ‘hofnar’ is bewust symbolisch. Hij verwijst naar de historische rol van hofnarren die, paradoxaal genoeg, in autoritaire tijden kritiek konden leveren op machthebbers omdat ze de vorm van vertier gebruikten om ongemakkelijke waarheden te verpakken. Vermeersch ziet zijn werk als een moderne variant: met humor informatie en zorgen doorspelen aan een breed publiek zonder de directe confrontatie van klassieke journalistiek. Tegelijk waarschuwt hij voor de toenemende druk op meningsuiting — hij noemt voorbeelden uit Groot-Brittannië en Duitsland waar mensen voor socialmediaposts bestraft werden — en maakt hij zich zorgen over journalisten die niet onder hun echte naam meer durven schrijven.
Actief engagement en lokaal initiatief staan centraal in zijn opvatting over maatschappelijke verandering. Tijdens de coronajaren hielp hij mee aan de organisatie “Open Up”, bedoeld als tegenwicht tegen lockdowns en om mensen fysiek bijeen te houden; wat begon als wandelingen groeide uit tot samenkomsten van honderden deelnemers. Vermeersch benadrukt dat het niet alleen om grote demonstraties gaat: “vele, kleine acties” — van gedeelde moestuinen en buurtnetwerken tot petities of wandelingen met gelijkgestemden — versterken bewustzijn en verminderen afhankelijkheid van centrale machten. Actie, zo zegt hij, is altijd beter dan passief in de zetel blijven zitten.
Politiek is hij kritisch: Vermeersch ziet een groeiend wantrouwen tegenover politici die grote begrotingen voor defensie vrijmaken terwijl het vertrouwen bij brede lagen van de bevolking tanende is. Hij noemt het onbegrijpelijk dat miljarden voor oorloggerelateerde uitgaven kunnen worden gemobiliseerd terwijl veel burgers andere prioriteiten hebben en klaagt over een te grote macht van multinationals in combinatie met een overheid die onvoldoende beschermt of ingrijpt ten gunste van de bevolking.
Samengevat gebruikt Vermeersch humor en straattheater om prikkels te geven en discussies te starten. Zijn methode is niet louter entertainerig: hij wil mensen wakker maken, verbinden via echte ontmoetingen en aanzetten tot concrete, vaak lokale actie tegen wat hij ziet als ongebalanceerde machtsverhoudingen tussen overheid, bedrijfsleven en burger. Zijn succes op sociale media toont dat zulke toegankelijke, kritische benaderingen een breed en pluriform publiek kunnen bereiken.