Het Deense model is geen oplossing maar een nederlaag
In dit artikel:
Arnout Brouwers pleit in een recent Volkskrant-opinieartikel ervoor dat links het Deense migratiemodel omarmt om kiezers terug te winnen. De schrijver van dit stuk verwerpt die aanpak als te simplistisch en gevaarlijk: het gaat minder om durf om over migratie te spreken dan om wát er precies wordt gesproken en gedaan. Sociaaldemocraten in Nederland zouden volgens de kritiek niet tekortgeschoten zijn in het voeren van het debat, maar hebben decennia aan beleid ontwikkeld rond inburgering, spreiding en arbeidsmarktintegratie — beleid dat vaak door bezuinigingen en blokkades, met name onder VVD-kabinetten, uitgehold is.
De kritiek noemt concrete voorbeelden van wat het Deense beleid in de praktijk betekent: het verplicht afgeven van sieraden, pogingen Syriërs terug te sturen naar onveilige gebieden, plannen voor centra in Rwanda, het sturen van tieners met een migratieachtergrond naar "heropvoedingskampen" en wetten die strengere straffen mogelijk maken in zogenaamde "getto's". Deze maatregelen worden hier bestempeld als etnisch getint en als middelen die tweederangsburgerschap creëren en mensenrechten ondermijnen — populariteit in Denemarken maakt ze volgens de auteur niet legitiem.
In Nederland wordt het beeld van een migratiecrisis versterkt door de chaotische situatie rond het aanmeldcentrum in Ter Apel. De auteur benadrukt dat de lange wachtrijen en mensonterende omstandigheden daar niet het resultaat zijn van massale instroom, maar van jarenlange bezuinigingen op opvang en personeel. Die beelden hebben politiek misbruik opgeleverd en een vertekend nationaal sentiment aangewakkerd. Lokale bewoners van Ter Apel zetten zich inmiddels in om de negatieve beeldvorming te corrigeren en wijzen erop dat politieke retoriek de sfeer schaadt.
De analyse bestrijdt ook Brouwers’ schets van een keuze tussen twee uitersten: ofwel het harde Deense model, ofwel een naïef “iedereen is welkom”-standpunt dat de verzorgingsstaat zou verzwakken. Dat noemt de schrijver een vals dilemma. Er bestaan talrijke beleidsopties tussen die polen: een gereguleerd immigratiebeleid dat menswaardig handelt, onderscheid maakt tussen vluchtelingen en arbeidsmigranten, investeert in integratie en tegelijkertijd grenzen bewaakt zonder fundamentele rechten te schenden. Economisch onderzoek wordt aangehaald dat migranten op lange termijn netto bijdragen aan de economie en verzorgingsstaat, wat de stelling ondermijnt dat immigratie per definitie schadelijk is.
Als tegenvoorbeeld van pragmatischer beleid wijst de kritiek op Spanje, waar recent massale regularisaties werden aangekondigd omdat veel ongedocumenteerden al geïntegreerd deel uitmaken van de economie. De kernboodschap is dat migratie geen zuiver marketingprobleem is: politiek gaat ook over waarden zoals gelijke behandeling, naleving van vluchtelingenverdragen en het vermijden van structurele discriminatie.
De oproep aan de sociaaldemocratie luidt dat ze zichzelf niet moet opheffen door het Deense model te kopiëren, maar zich moet heruitvinden met een eerlijk, humaan en duurzaam verhaal dat zowel de verzorgingsstaat als de rechtsstaat beschermt. Dat is lastiger dan een snelle electorale truc, maar volgens de auteur de enige duurzame weg.