Het begrotingstekort gaat ontsporen. Politici willen gretig extra uitgaven doen en denken dat geld gratis is.

dinsdag, 14 oktober 2025 (05:55) - Wynia's Week

In dit artikel:

Ministers van Financiën stonden lange tijd symbool voor zuinigheid: zij moesten ‘nee’ zeggen tegen extra uitgaven en waren daardoor populair bij kiezers die spaarzaamheid als Nederlandse deugd waardeerden. Na de financiële crisis van 2008 hielden kabinetten onder Rutte vast aan strikte begrotingen om te voldoen aan Europese normen (tekort <3% BBP, schuld <60% BBP) en om andere eurolanden op hun financiële gedrag te wijzen.

Die strakke lijn zwakt de laatste jaren sterk af. Demissionair minister Eelco Heinen rekent voor 2026 op een tekort van 2,9 procent; doorrekeningen van partijprogramma’s tonen tekorten tussen grofweg 2,3 en 2,8 procent. Langjarige verschillen zitten vooral in de omvang van nieuwe schulden: de VVD profileert zich als relatief sober op langere termijn, terwijl GroenLinks-PvdA en het CDA meer structureel tekortlopen. Toch lijkt begrotingsdiscipline bij veel partijen en bij veel kiezers weinig prioriteit meer te hebben: in kiesonderzoeken staat begrotingspolitiek laag op de lijst van belangrijkste thema’s.

De omslag heeft verschillende oorzaken. De staat trad tijdens de covidcrisis grootschalig op als kredietverstrekker en steunverlener, waardoor publieke verwachtingen zijn verschoven: als iets misgaat, redt de overheid het wel. Ook de hoge kosten door de gascrisis na de inval van Rusland in Oekraïne werden deels door de overheid afgekocht. Daarnaast zijn defensie en volkshuisvesting opeens dure prioriteiten die breed politiek draagvlak hebben gekregen. Tot slot stimuleert zowel links- als rechts-populisme het idee dat noodzakelijk geachte uitgaven zonder concrete financiering kunnen worden doorgevoerd.

De implicaties zijn duidelijk: hogere staatsschulden verhogen op termijn de rentelasten, wat andere publieke uitgaven kan verdringen of tot belastingverhogingen dwingt. Als tegenvallers optreden of de rente stijgt, kan de makkelijkere begrotingshouding Nederland duur komen te staan. De recente CPB-uitkomsten brachten het onderwerp kort onder de aandacht, maar volgens de auteur is die aandacht vluchtig — terwijl de structurele risico’s lang blijven bestaan.