'Het aankaarten van femicide is blijkbaar toch iets waarin vrouwen het voortouw moeten nemen', zegt Saskia Belleman

dinsdag, 26 augustus 2025 (12:00) - De Groene Amsterdammer

In dit artikel:

Saskia Belleman, rechtbankverslaggever en maker van de gelijknamige podcast, publiceerde Zij is van mij — een boek dat femicide onderzoekt: moord op vrouwen vanwege hun vrouw-zijn. Tijdens een gesprek in haar wit ingerichte grachtenpand, waar Stolpersteine de stoep sieren, legt ze uit waarom ze dit onderwerp zo lang volgde: als verslaggever reist ze het land door en zag consequent dezelfde patroon terugkomen in zittingsrollen en dossiers. Individuele meldingen, hulpvragen en aangiften bleken los van elkaar te staan; pas achteraf leken de versnipperde signalen samen te vallen en was het vaak te laat.

Het centrale probleem volgens Belleman is systeemfalen: veel organisaties, veel protocollen en onvoldoende samenhang. Cruciale informatie blijft fragmentarisch bij politie, hulpverlening en instanties liggen en er is geen partij die het totaalbeeld overziet of de verantwoordelijkheid neemt. Privacyregels worden daarbij vaak als rem gebruikt; uit angst voor overtreding wordt soms helemaal niets gedeeld, met fatale gevolgen. Belleman pleit daarom voor één centraal aanspreekpunt waarin expertise en data samenkomen zodat risicovolle signalen vroegtijdig opgepikt en gecoördineerd kunnen worden afgehandeld.

Als voorbeeld noemt ze Filomena in Rotterdam, waar politie en Centrum Seksueel Geweld samenwerken en direct coördineren — een model dat volgens haar elders navolging verdient. Ook verwijst ze naar Clare’s Law in Engeland, die vrouwen de mogelijkheid biedt bij de politie na te vragen of een partner een verleden van geweld heeft. Preventie, meent Belleman, begint nog vroeger: opvoeding speelt een rol in hoe jongens en meisjes omgaan met emoties en rollen, en de huidige dynamiek kan voedingsbodems creëren voor hardnekkige macho-ideologieën zoals die door influencers als Andrew Tate worden verspreid.

Het boek en de podcast maken het onderwerp concreet aan de hand van schrijnende casussen. Belleman haalt onder meer de zaak-Reagan Perez aan, die in twee maanden zeventien keer bij politie en instanties probeerde hulp te krijgen — elke keer kreeg ze een andere reactie en werd het geheel niet als patroon herkend; haar dader bleek ex-TBS’er met een verleden van geweld. Een andere cliënt, Suraya, overleefde een kogel in het hoofd maar verloor een oog en haar reuk- en smaakvermogen; ze moest haar huis barricaderen omdat er geen opvang of woning beschikbaar was. Zulke verhalen illustreren hoe slachtoffers ondanks hulpvragen tussen wal en schip vallen.

Als journalist balanceert Belleman tussen transparantie en sensatie: ze wil vonnissen begrijpelijk maken maar laat bewust schokkende details weg om slachtoffers en nabestaanden niet onnodig te schaden. Ze erkent fouten uit het verleden — de zaak-Vaatstra leerde haar hoe grensverleggend specifieke gruwelijke details kunnen zijn — en benadrukt dat ieder detail moet bijdragen aan begrip, niet alleen aan sensatie.

Belleman ziet haar eigen positie als sleutelfiguur door haar rol als rechtbankverslaggever die landelijk werkt: daardoor zag ze patronen die lokaal vaak onopgemerkt bleven. Tegelijk wijst ze erop dat veel van het activisme rond dit thema door vrouwen wordt gedragen. Op sociale media krijgt ze regelmatig te maken met aanvallen van mannen die haar reduceren tot “mannenhater”, maar ze blijft publiek uitleg geven over rechtszaken — onder meer met haar andere podcast De zaak ontleed — omdat er ook een groep luisteraars is die het juridische proces wil begrijpen.

Ze kreeg vanuit De Telegraaf ruimte voor haar achtdelige serie over vrouwenmoord; de diversiteit aan invalshoeken binnen die krant zag ze als een voordeel om verschil te kunnen maken. Voorop staat haar oproep: organiseer samenwerking, benut wettelijke mogelijkheden voor informatie-uitwisseling, leer jongeren over gelijkwaardigheid — en geef vooral jonge mannen inzicht via bronnen zoals haar boek, om zo aan de wortel van geweld te werken.