Hermelijn, wezel en bunzing nemen af, maar hoe kan dat? Ecoloog Pieter (29) onderzoekt de nuttige beestjes

maandag, 17 november 2025 (16:13) - Dagblad van het Noorden

In dit artikel:

Pieter Otte, promovendus en ecoloog aan de Rijksuniversiteit Groningen, onderzoekt sinds circa 2,5 jaar de in Nederland afnemende kleine marterachtigen: hermelijn, bunzing en wezel (geslacht Mustela). Hij signaleert dat deze dieren veel minder aandacht krijgen dan grotere of populairdere soorten, terwijl hun achteruitgang aanwijzingen geeft over de staat van het landschap.

Otte wijst meerdere oorzaken aan voor de achteruitgang: het verdwijnen van houtwallen, singels en rietkragen vermindert voedselrijkdom en heterogeniteit; daarnaast zijn algemene roofdieren als buizerd en vos talrijker geworden. Omdat de kleine marters kortlevend zijn reageert hun aantal snel op veranderingen, waardoor ze als goede indicatoren voor ecosystemen fungeren. Ook vervullen ze een belangrijke schakel in het voedselweb door muizenpopulaties te reguleren — hun verdwijning kan leiden tot meer muizenplagen.

Tot nu toe waren exacte aantallen en verspreiding slecht bekend. Traditonele wildcamera’s missen hermelijnen en wezels vaak omdat deze soorten kleine holletjes gebruiken. Otte en collega’s testten verschillende cameravallen bij het Zuidlaardermeer en in Akkrum (Friesland) en vonden dat kisten met een doorgangsbuis veel effectiever zijn om deze dieren te detecteren. Voor vervolgonderzoek krijgen hermelijnen mini-halsbandjes met zenders om hun locaties en bewegingen beter in kaart te brengen.

De aandacht voor deze soorten groeit: het ministerie van Landbouw verstrekt financiering en in de meeste provincies zijn wezel, bunzing en hermelijn onlangs van de vrijstellingslijsten gehaald, wat inhoudt dat ontwikkelaars bij bouwprojecten rekening moeten houden met hun aanwezigheid. Tegelijkertijd bestaan er spanningen: de gebieden waar hermelijnen voorkomen overlappen sterk met het broedgebied van beschermde weidevogels, en bij voedseltekort kunnen marters ook weidevogel­ei eten. Otte pleit voor oplossingen waarin beide groepen ruimte kunnen hebben, omdat het negeren van de marters op lange termijn ook nadelige effecten voor het boerenlandschap kan hebben.