Heeft een ongeboren kind Downsyndroom? Dan voelen ouders veel vaker dan voorheen druk om zwangerschap af te breken

vrijdag, 26 september 2025 (17:21) - Reformatorisch Dagblad

In dit artikel:

Uit een recent onderzoek (American Journal of Medical Genetics Part A) onder 144 Nederlanders die in of na 2018 een kindje met het syndroom van Down kregen, blijkt dat ouders steeds vaker ervaren dat zorgverleners aansporen tot zwangerschapsafbreking. De studie, uitgevoerd in 2024, inventariseerde vooral ervaringen rond prenatale screening en de communicatie over een waarschijnlijk positieve uitslag.

Belangrijkste bevindingen:
- Van de ouders die te horen kregen dat hun ongeboren kind waarschijnlijk Down heeft, gaf bijna 40% aan druk te hebben gevoeld om de zwangerschap te beëindigen. Dat is ruim vijf keer hoger dan in een vergelijkbare peiling uit 2009 en 2,5 keer hoger dan in 2016.
- Slechts 27% beoordeelde het gesprek met hulpverleners over de uitslag als positief, een flinke daling ten opzichte van 50% (2016) en 73% (2009). Er verschijnen herhaaldelijk korte, sturende opmerkingen in verslagen van ouders, bijvoorbeeld dat de hulpverlener direct voorstelde abortus te overwegen omdat het kind “geen goede toekomst” zou hebben.
- Tussen 2018 en 2021 werd ongeveer 88% van de zwangerschappen met een vastgestelde chromosomale afwijking afgebroken (1276 van 1453 gevallen met Down), wat volgens de onderzoekers mogelijk bijdraagt aan zowel bewuste als onbewuste vooroordelen bij zorgverleners.

Context en reacties:
- De opkomst van de niet-invasieve prenatale test (NIPT) — sinds oktober 2021 de standaardkeuze na het vervallen van de combinatietest en sinds april 2023 gratis voor alle vrouwen — heeft deelname aan screening verhoogd, wat het aantal detecties van chromosomale afwijkingen beïnvloedt.
- Gert de Graaf (Stichting Downsyndroom), mede-onderzoeker, waarschuwt dat de hoge afbreekkans niet mag leiden tot groepsdenken: ouders moeten een vrije keuze kunnen maken.
- Susanne Postma van NPV – Zorg voor het leven meldt wisselende ervaringen; negatieve verhalen komen vaker na consulten met gynaecologen dan met verloskundigen. Ze benadrukt dat ouders goed geïnformeerd moeten worden voordat ze voor screening kiezen.

Implicaties:
Het onderzoek signaleert een groeiende behoefte aan niet-sturende, empathische voorlichting en beter getrainde zorgverleners, zodat ouders weloverwogen en autonoom beslissingen kunnen nemen zonder gevoel van dwang.