Hardlopen en navigeren, als Nederlands kampioen oriëntatielopen doet Jeroen (31) dit het liefst tegelijkertijd

zondag, 26 oktober 2025 (07:42) - Dagblad van het Noorden

In dit artikel:

Jeroen Vochteloo (31) is naast voormalig junior 800 meter-kampioen en ex-traploopspecialist nu ook Nederlands kampioen oriëntatielopen. Twee weken geleden pakte hij de nationale titel in de discipline ‘Lang’ tijdens het NK in Oostelbeers. Hij traint veel in het bos bij Appelscha met hardloopvereniging Invictus en reist bijna elk weekend het land door om wedstrijden te lopen.

Oriëntatielopen draait om kaartlezen en navigeren tijdens het rennen: na de start krijg je een gedetailleerde kaart met genummerde checkpunten die je in de juiste volgorde moet vinden, met behulp van kompas en terreinherkenning. Wie alle punten aantikt en als eerste over de finish komt, wint. In de praktijk moet je voortdurend tactische keuzes maken: rechtuit door de struiken kan korter zijn, maar vaak is omlopen via paden en wegen sneller. Vochteloo illustreert dat met het eerste controlepunt van een training — 200 meter hemelsbreed weg, maar door heuvels en bos; hij kiest voor een combinatie van fietspad en zandpad om snelheid en zekerheid te balanceren.

Kaarten voor gevorderden staan vol symbolen: gebouwen, paden, vegetatiegrenzen en hoogtemeters zijn essentieel voor oriënteren. Vochteloo vergelijkt het met schatzoeken: elk klein stipje op de kaart kan het verschil maken. Tijdens de loop draagt hij een armhouder voor aanwijzingen, vouwt hij de kaart compact zodat hij alleen de volgende route ziet, en heeft hij een chip om checkpoints te registreren. Zijn ervaring laat zien dat denken een paar stappen vooruit cruciaal is; parcoursbouwers plaatsen bewust verraderlijke punten waardoor zelfs ervaren lopers makkelijk een fout kunnen maken.

Vochteloo kwam tijdens de coronaperiode aan de sport omdat routes online beschikbaar kwamen en deelnemers hun tijd via GPS konden uploaden. Dat maakte competitie mogelijk toen georganiseerde trappenlopen stopte vanwege ventilatie-eisen in trappenhuizen. Hij heeft een achtergrond als topjeugdatleet (drie keer Nederlands kampioen 800 m als junior) en vond later uitdagingen in traplopen — met memorable runs op tv-torens en brugpijlers in Wenen, Brno en Bratislava — voordat oriëntatielopen zijn aandacht vroeg.

Er bestaan verschillende vormen van oriënteren: stads- en natuurwedstrijden. Stadslopen zijn sneller omdat navigeren op straat eenvoudiger is; boslopen vragen oog voor vegetatiegrenzen en hoogtemeters. Wereldkampioenschapsafstanden geven een indruk van inzet en duur: Lang (~16 km; winnende tijden ongeveer 70–100 min afhankelijk van klasse), Middel (~6,5 km; 30–35 min), Sprint (~3,5 km; 10–12 min) en estafettes. In de praktijk lopen deelnemers vaak meer dan de hemelsbrede afstand omdat rechte lijnen zelden haalbaar zijn.

Internationaal is oriëntatielopen groot — vooral in Scandinavië trekken wedstrijden volle tribunes en miljoenen kijkers — maar in Nederland blijft het een nichesport. Dat komt deels door strengere regelgeving voor natuurgebieden en omdat het organiseren van een wedstrijd veel werk vereist: kaarten moeten tot in detail gecheckt en geactualiseerd worden; een parcoursbouwer kan maanden kwijt zijn aan een betrouwbare kaart. Toch zorgen verenigingen en vrijwilligers ervoor dat er bijna wekelijks evenementen plaatsvinden, die voor veel lopers ook als training dienen.

Vochteloo geeft graag tips aan beginners en geniet zichtbaar van het spel van kaart en kompas. Voor hem blijft de voldoening van het afvinken van een controlepunt het mooiste aan de sport: een combinatie van fysieke snelheid en mentale scherpte die oriënteren onderscheidt van puur hardlopen.