Handbalsters willen WK in Ahoy niet met kater eindigen: 'Doel was én is medaille'

In dit artikel:

De Nederlandse handbalvrouwen hebben na de verloren halve finale tegen Noorwegen hun gouden ambitie losgelaten, maar spelen zondagmiddag nog altijd om een waardevolle afsluiting in eigen huis. Vrijdag werd in Ahoy duidelijk dat de Noorse ploeg — regerend olympisch kampioen en favoriet — te sterk was; bondscoach Henrik Signell zei na afloop: "Dat we verloren hebben is geen grote verrassing."

Om 14.30 uur staat in Rotterdam de strijd om het brons op het programma, tegen het wisselvallige Frankrijk. De Fransen, zittend wereldkampioen, hebben dit WK door veel wijzigingen moeilijkheden gehad; Nederland versloeg hen eerder in de hoofdfase met 23-26. Estavana Polman verwacht dat Frankrijk iets nieuws zal proberen, maar gelooft in de kansen van Oranje.

Voor kapitein Lois Abbingh en Polman is de wedstrijd extra beladen: het wordt hun laatste interland. Abbingh benadrukt dat een medaille de kroon op het werk zou zijn; Nederland zoekt zo voor het eerst sinds de wereldtitel van 2019 weer een podiumplek. Larissa Nüsser, die in 2019 deel uitmaakte van het succes, zegt dat het team terug wil naar de medaillen. Voor Polman is een vierde plek geen optie — de ploeg wil het thuispubliek een passende ontknoping geven.