Hamas gaat in tegen onderdeel vredesplan: 'Geen buitenlands bestuur'

In dit artikel:

Hamas, de Palestijnse Islamitische Jihad en het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina laten in een gezamenlijke verklaring weten dat ze een buitenlands bestuur in de Gazastrook afwijzen. Dat standpunt botst met onderdelen van het Amerikaanse twintigpuntenplan, waarin sprake is van een internationaal comité met “gekwalificeerde Palestijnen en internationale experts” onder westerse leiding en van een internationale stabilisatiemacht — waar de VS ook Arabische landen bij wil betrekken — die veiligheid moet garanderen. In dat voorstel zou Hamas geen rol hebben en zich volledig moeten ontwapenen; daaraan hadden de militanten al eerder hun bezwaren geuit.

De beweging ging woensdagavond wel akkoord met de eerste fase van het vredesplan van president Trump; Israël stemde daar donderdag mee in en op vrijdag trad een staakt‑het‑vuren in. Als onderdeel van die eerste fase trokken Israëlische troepen zich deels terug en moet Hamas binnen 72 uur de twintig nog levende gijzelaars vrijlaten. Over de opvolgende stappen is veel onduidelijk: de toekomst van Hamas, de vraag of er een Palestijnse staat komt en de precieze invulling van buitenlandse betrokkenheid liggen nog onopgelost — een punt waarop ook Israëlisch premier Netanyahu zich tegenstrijdig heeft uitgelaten.

De Palestijnse groepen benadrukken dat het bestuur van Gaza een interne zaak moet blijven, maar geven aan wel internationale en Arabische hulp bij wederopbouw te willen accepteren. Volgens Hamas zouden onderhandelaars direct na het ingaan van het staakt‑het‑vuren beginnen met gesprekken over de volgende fase, die moeten bepalen hoe het conflict definitief kan worden beëindigd. De grootste knelpunten blijven buitenlandse controle versus Palestijnse soevereiniteit, ontwapening van gewapende groeperingen en de rol van internationale troepen.