Haar film ligt gevoelig in haar geboorteland: 'Iedereen wéét dat er thuis abortussen plaatsvinden'

woensdag, 3 september 2025 (17:44) - De Volkskrant

In dit artikel:

Regisseur Dea Kulumbegashvili maakte April, een indringende speelfilm over clandestiene abortussen in het conservatieve Georgië waar vrouwen steeds meer beperkingen ervaren. De film speelt in het rurale gebied rond Lagodekhi, de streek waar Kulumbegashvili opgroeide, en toont met een bijna documentair oogzetting het leven in een kraamkliniek: uiterst realistische bevallingsscènes en het rauwe alledaagse werk van gynaecologen en verpleegkundigen.

Kulumbegashvili, dochter van een tienermoeder, vertrok uit de regio om te studeren (onder meer filmregie aan Columbia) en maakte naam met Beginning (2020). Voor April werkte ze opnieuw met actrice Ia Sukhitashvili; zij speelt Nina, een ervaren arts die naast haar werk in de kliniek stiekem abortussen bij vrouwen thuis uitvoert. De plot escaleert wanneer een patiënte in de kliniek een doodgeboren kind ter wereld brengt en Nina door de man van de vrouw van nalatigheid wordt beschuldigd. De film balanceert realisme met symbolische elementen — zo duikt soms een monsterachtige, half­menselijke figuur op — en laat ruimte voor interpretatie.

Hoewel abortus in Georgië wettelijk toegestaan is tot twaalf weken na conceptie, weigeren veel klinieken ingrepen vanwege druk van religieuze en conservatieve kringen. Dat dwingt vrouwen naar risicovolle alternatieven thuis. Kulumbegashvili deed uitgebreid onderzoek: ze bracht maanden door in en om de verloskamer, bestudeerde technische handelingen en sprak — met moeite — met vrouwen die thuisabortussen hadden ondergaan en ook met mensen die deze ingrepen uitvoeren. De film streeft naar routinegetrouwheid in de weergave van medische handelingen en toont ook de praktische realiteit: ziekenhuismedewerkers verdienen vaak weinig en krijgen per geboorte betaald, wat hun positie economisch kwetsbaar maakt.

De regisseur wil niet reduceren tot een eendimensionele aanklacht tegen het patriarchaat; haar films verkennen volgens haar vooral de beperkingen die mensen zichzelf opleggen, al erkent ze dat patriarchale normen het leven van veel vrouwen scherp bepalen. Ze illustreert dat aan persoonlijke herinneringen: vriendinnen die als tiener moesten huwen en daardoor school en vriendschappen verloren. Ook het taboe rond anticonceptie komt aan bod — vrouwen vermijden soms voorbehoedsmiddelen uit angst dat hun echtgenoot het ontdekt.

Het filmen in Georgië wordt steeds lastiger door opkomende repressie; Kulumbegashvili vroeg daarom geen staatssteun voor April en maakte zich zorgen over de veiligheid van haar team en familie. Kort voor de Volkskrant-interview verbleef ze op het Lido-eiland in Venetië, waar April een speciale juryprijs zou krijgen. Ze had net zelf een kind gekregen, wat haar werk na maanden in de verloskamer extra beladen maakte.

Een terugkerende observatie van de regisseur is haar opvatting over moed: “Een held is voor mij iemand die dingen doet waar anderen voor weglopen.” Die definitie ligt ook ten grondslag aan het personage Nina, wier handelen het ethische en emotionele spanningsveld van het onderwerp blootlegt — tussen zorg, geheimhouding, schaamte en straf. Kulumbegashvili sluit af met een gemengde emotie richting haar geboortestreek: mededogen voor de bewoners, maar ook verontwaardiging over gebrek aan betere voorbeelden en kansen in de eenentwintigste eeuw.