Haagse hosanna is puur bedrog: Werkenden worden afgescheept met waardeloze FLUT-PENSIOENEN!
In dit artikel:
In Den Haag en bij vakbonden wordt gevierd dat het aantal werknemers zonder pensioenregeling is geslonken van 936.000 in 2019 naar 680.000 in 2023. Die daling wordt gepresenteerd als succes van de Stichting van de Arbeid, die als taak had het “witte vlek”-probleem aan te pakken. Op het eerste gezicht lijkt het goed nieuws: minder mensen zonder formele regeling.
Wie echter verder kijkt ontdekt een andere werkelijkheid. Actuaris Johan Nieuwersteeg waarschuwt dat het niet om aantallen maar om kwaliteit gaat: er zitten volgens hem “dramatische regelingen” tussen. Veel werkgevers melden werknemers aan voor regelingen met lage inleg, hoge kosten en magere verwachte opbrengsten, waardoor de statistiek een vinkje oplevert maar de toekomstige uitkeringen nauwelijks bijdragen aan een fatsoenlijk pensioen.
Een belangrijke reden voor de daling is een wijziging in regels voor uitzendkrachten: zo’n 35.000 uitzendkrachten zijn nu verplicht mee te bouwen aan pensioen. Juist in die sector zijn de bijbehorende regelingen vaak minimaal, wat betekent dat verplichte deelname niet automatisch leidt tot meer bestaanszekerheid voor werknemers met flexibele arbeidscontracten.
Tegelijkertijd speelt de invoering van de Wet toekomst pensioenen (Wtp) een rol: het nieuwe stelsel maakt pensioenen meer afhankelijk van beleggingsresultaten en actuariële aannames. Kritiekpunt is dat gewone werknemers al in dit systeem worden gebracht, terwijl politici zelf hun eigen overstap later hebben uitgesteld. Dat versterkt het beeld van schijnzekerheid: deelname aan een regeling bestaat, maar het daadwerkelijke pensioen kan alsnog tegenvallen.
Kortom: de daling van het aantal mensen zonder pensioenregeling is feitelijk een statistische verbetering, maar zegt weinig over of mensen straks genoeginkomen hebben. Experts vrezen dat veel Nederlanders ondanks verplichte deelname worden opgescheept met flinterdunne regelingen en dat dit de weg effent naar armoede onder gepensioneerden, tenzij er ook naar de kwaliteit van opbouw en uitkeringen wordt gekeken.