Grote pro-Europese protesten op verkiezingsdag Georgië

In dit artikel:

Tienduizenden mensen gingen zaterdag in Tbilisi de straat op, tegelijk met lokale verkiezingen, om te protesteren tegen de regering van Georgische Droom. Een deel van de demonstranten trok later naar het presidentiële paleis en probeerde dat te bestormen; politie gebruikte traangas en een waterkanon om de menigte terug te drijven. Vijf initiatiefnemers van de betoging werden in de nacht van zaterdag op zondag gearresteerd. Ze worden beschuldigd van het aanzetten tot gewelddadige omverwerping van de regering en van het organiseren, leiden en deelnemen aan groepsgeweld; bij veroordeling kunnen ze maximaal negen jaar gevangenisstraf krijgen.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken zei dat alle bijeenkomsten die nu plaatsvinden als een voortzetting van die poging worden gezien en dat overtreders geïdentificeerd zullen worden om de openbare orde te handhaven. Premier Irakli Kobachidze noemde de gebeurtenissen een poging tot staatsgreep en waarschuwde dat betrokkenen „verrassingen” kunnen verwachten, zonder concrete maatregelen te noemen.

De betoging was de 311e protestactie sinds Georgische Droom op 28 november vorig jaar de onderhandelingen met Brussel over EU-lidmaatschap stopzette. De demonstraties eisen onder meer de vrijlating van politieke gevangenen en eerlijke verkiezingen. Critici wijzen op een jaar van arrestaties van oppositieleiders en demonstranten, repressieve wetgeving en druk op media en ngo’s, en zien een koers van het kabinet richting Rusland.

Een groot deel van de oppositie boycotte de lokale verkiezingen; zonder sterke tegenkandidaten won Georgische Droom die verkiezingen bij een opkomst van 41 procent. Zondag werd opnieuw geprotesteerd bij het parlement (de 312e actie). In een verklaring riepen Kallas en Kos op tot vrijlating van willekeurig vastgehouden personen, tot kalmte en tot respect voor het recht op vergadering en meningsuiting.