Grote karekiet helpen? Het kan wél!
In dit artikel:
Vogelbescherming rondt na acht jaar veldonderzoek het project ‘Bescherming grote karekiet’ af en publiceert een praktische leidraad van onderzoeker Jan van der Winden (Lowland Ecology Network) met concrete beheertips. Uit het project blijkt dat herstel en bescherming van het stevige stromingsriet — mozaïeken van hoog riet in diep water — de sleutel zijn voor het voortbestaan van de grote karekiet in Nederland. Met behulp van gezenderde vogels is vastgesteld dat een tekort aan geschikte broedplek de zwakste schakel is; de vogel heeft variërende waterdieptes (ongeveer 50–200 cm) en ongestoord, hoog riet nodig om te kunnen nestelen.
Een belangrijke maatregel die effectief uitpakt, is het plaatsen van rasters om grazers buiten rietvelden te houden. Ganzen blijken zowel jong als ouder riet te begrazen en remmen zo hergroei; ook muskusratten en insecten zoals de rietstengelboorder kunnen rietkragen ernstig aantasten. Door rasters te gebruiken ontstonden op meerdere locaties herstel van riet en zelfs nieuw rietveldvorming, zoals in de Delta Schuitenbeek (tussen Putten en Nijkerk) waar een aangelegde vooroever na afrastering spontaan riet produceerde en inmiddels broedgevallen kent.
Het project heeft bovendien scepsis in het veld weten te overwinnen: waar eerder werd gedacht dat stromingsriet moeilijk te herstellen was, tonen de resultaten aan dat gerichte maatregelen wél werken — mits onderhoud en reparatie van afrasteringen consequent gebeuren. Op plekken waar rasters door bijvoorbeeld ijsgang beschadigd raakten en niet werden hersteld, verdween het riet ook snel weer.
Initiatieven zijn inmiddels verspreid in Nederland: de provincie Noord-Holland plaatste rasters in de Vechtplassen, Rijkswaterstaat beschermde riet in delen van de Randmeren en in meerdere Natura 2000-gebieden (onder andere Zwarte Meer, Ketelmeer & Vossemeer, Veluwerandmeren en Oostelijke Vechtplassen) werden doelgerichte maatregelen genomen. In deze vier gebieden is de populatie van de grote karekiet inmiddels stabiel dan wel licht stijgend.
Van der Winden waarschuwt echter tegen overmatig afrasteren, omdat dat de doorgang voor andere diersoorten kan belemmeren; het advies is gericht en plaatselijk te werken, vooral op voedselrijke plekken. De leidraad biedt terreinbeheerders praktische handvatten om riet langdurig te beschermen en nieuw leefgebied te creëren. Met deze aanpak is verdere toename van de Nederlandse populatie realistisch, wat ook gunstig is voor andere moerassoorten die afhankelijk zijn van stevig stromingsriet.