Grote Brabantse mestfraudeur bekent crimineel netwerk te hebben geleid
In dit artikel:
Peet W., een 40‑jarige melkveehouder en mesthandelaar uit Baarle‑Nassau, bekende vorige week in de rechtbank in Den Bosch schuld te hebben in wat door betrokkenen als waarschijnlijk de grootste mestfraudezaak van het afgelopen decennium wordt gezien. In een procesafspraak met het Openbaar Ministerie erkende hij dat hij de leiding had over een crimineel netwerk dat systematisch mestregistraties omzeilde en illegale praktijken organiseerde.
Het OM eist geen gevangenisstraf bij de schikking, maar wel forse strafrechtelijke en financiële maatregelen: een boete van 250.000 euro, terugbetaling van ongeveer 1 miljoen euro aan onterecht ontvangen subsidies, een beroepsverbod van drie jaar, een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaar en een taakstraf van in totaal 900 uur. De rechter doet op 4 december uitspraak over de goedkeuring van de schikking.
Onderzoek van Follow the Money uit 2021 legde de werkwijze van het consortium bloot, waarvan naast Peet W. ook de Belgische familie Q. en de Belg Wim L. deel uitmaakten. Volgens dat onderzoek werden grote hoeveelheden ‘zwarte mest’ vanuit Merksplas (België), waar de familie Q. gevestigd is, per tankwagen naar plekken in Noord‑Brabant vervoerd — met name Alphen en Baarle‑Nassau — zonder de verplichte meldingen aan controleinstanties. Veel ritten vonden ‘s nachts plaats en veroorzaakten overlast bij omwonenden. Waar wel werd geregistreerd, werden de administratie en weeggegevens gemanipuleerd: voorbeelden zijn het laten steunen van wielen op een andere vrachtwagen om gewicht te simuleren en het handmatig aanpassen van weegbrugdata bij verwerker Fertikal in de Antwerpse haven.
De officier van justitie sprak van een ‘mestcarrousel’ waarin duizenden kilo’s mest buiten de boeken werden gehouden en vermoedelijk op akkers en weiden in de grensregio werden uitgereden boven de toegestane hoeveelheden stikstof en fosfaat. Dat vergroot risico’s voor milieu en waterkwaliteit. Daarnaast gebruikte het consortium twee mestvergisters (in Merksplas en Esbeek) om verboden afvalstromen te verwerken. Een concreet voorbeeld in het dossier is runderbloed uit Duitsland dat via de vergister in Esbeek in de voedselketen terechtkwam — iets wat wettelijk verboden is vanwege het gevaar op ziekteverwekkers.
In januari 2021 leidde het onderzoek tot 24 invallen in België en acht in Nederland en tot zeventien arrestaties bij bedrijven en woonplaatsen van het consortium. In België, waar de familie Q. zich profileerde als duurzame ondernemers en zelfs publiekelijk werd geëerd, leidde de zaak tot veel verontwaardiging; daar wordt de zaak inhoudelijk vervolgd en geen schikking voorgesteld. Jimmy Q. ontkent de beschuldigingen en protesteert tegen de etikettering als ‘mestmaffia’.
W. zelf verscheen ontspannen in de rechtszaal en motiveerde zijn instemming met de schikking als een manier om de langdurige zaak af te sluiten en verder te kunnen met zijn leven. Hij zegt momenteel te solliciteren en wil met de opgelegde taakstraf van 50 uur per maand gedurende anderhalf jaar meewerken. Zijn bekentenis kan ook gevolgen hebben voor het nog lopende Belgische strafdossier tegen zijn voormalige partners.
De affaire toont hoe mestfraude en manipulatie van ketens niet alleen economische fraude is, maar ook directe milieu‑ en volksgezondheidsrisico’s kan opleveren. De zaak onderstreept de spanning tussen intensieve veehouderij en de schaarse ruimte en milieuregels in de grensregio.