Gros tweede-woningbezitters op Schiermonnikoog haalt bakzeil bij Raad van State

In dit artikel:

Eigenaren van tweede woningen in het oude dorpsgedeelte van Schiermonnikoog mogen hun huizen op termijn alleen nog als hoofdverblijf gebruiken; dat oordeelde de Raad van State deze week grotendeels in beroepzaken van bewoners. De uitspraak bevestigt dat een uitsterfregeling voor recreatief gebruik goed is verankerd in het aangepaste bestemmingsplan van de gemeente, maar vereist voor zes van de ongeveer tachtig betrokken panden nadere aanpassingen.

De gemeenteraad wijzigde het plan ruim drieënhalf jaar geleden met het doel de leefbaarheid van het eiland te versterken en zoveel mogelijk huizen beschikbaar te houden voor permanente bewoning. De maatregel raakt vooral eigenaren in de Langestreek en Middenstreek. Veel bezwaarmakers vreesden onder meer waardedaling van hun woning als recreatief gebruik wordt teruggedrongen en wilden blijvende toeristische benutting.

Volgens de Raad van State heeft de gemeente echter voldoende rekening gehouden met de belangen van eigenaren: de uitsterfregeling maakt het mogelijk dat recreatief gebruik in eerste instantie nog kan voortduren voordat permanent wonen verplicht wordt. Voor vijf woningen moet de gemeente wel duidelijker motiveren op welk moment en onder welke voorwaarden het recreatieve gebruik zal eindigen; voor één woning moet worden toegelicht waarom geen uitsterfregeling is toegekend. De gemeente krijgt hiervoor een termijn van zes maanden.

Eerder werden enkele bezwaren vorig jaar al hersteld via een herstelbesluit; omdat bezwaarprocedures tegen het oorspronkelijke bestemmingsplan gegrond waren verklaard, moet de gemeente de proceskosten van de meeste bezwaarmakers vergoeden. De uitspraak volgt in een bredere context van Nederlandse kernen en eilanden die streven naar meer vast woongelegenheid en minder toeristische druk, wat kan botsen met belangen van tweedewoningbezitters en de lokale vastgoedmarkt.