Groningse cardiologen denken beter alternatief te hebben voor bètablokkers, met minder vervelende bijwerkingen

maandag, 29 september 2025 (07:13) - Dagblad van het Noorden

In dit artikel:

Groningse cardiologen starten een groot Nederlands onderzoek om te toetsen of verapamil bij aanvallen van boezemfibrilleren beter is dan de standaard bètablokker metoprolol. Boezemfibrilleren treft ongeveer 500.000 Nederlanders; standaardbehandeling bestaat tegenwoordig vaak uit bètablokkers, ondanks bekende bijwerkingen als vermoeidheid, somberheid, weinig energie en seksuele problemen.

Verapamil is geen nieuw middel, maar wordt de laatste decennia zelden voorgeschreven: waar het 30 jaar geleden in 30–40% van de gevallen werd gebruikt, is dat aandeel gedaald tot ongeveer 5%, terwijl bètablokkers in circa 75% van de gevallen worden gegeven. Huisartsen schrijven bètablokkers snel voor omdat ze veilig zijn en bij verschillende hartproblemen helpen, en cardiologen zetten die behandeling vaak voort. Verapamil werkt anders: het verlaagt de hartslag vooral tijdens een aanval van boezemfibrilleren en lijkt minder ingrijpende bijwerkingen te geven (zoals opgezwollen enkels en obstipatie).

De nieuwe studie, geleid door cardioloog Robert Tieleman (Martini Ziekenhuis) samen met professor Michiel Rienstra (UMCG), krijgt ruim 1 miljoen euro subsidie van ZonMW, met aanvullende steun van de Hartstichting en WCN. Over drie jaar worden 440 patiënten met paroxysmaal boezemfibrilleren in 15 Nederlandse ziekenhuizen random verdeeld: de ene helft krijgt verapamil, de andere metoprolol. Patiënten zijn niet op de hoogte van welk middel ze gebruiken; een deel krijgt een smartwatch om zelf hartfilmpjes te maken en bij symptomen extra medicatie te overwegen.

Eerdere dierexperimentele studies van Tieleman en recente menselijke data van promovendus Tim Koldenhof wijzen erop dat verapamil kan leiden tot minder cardioversies en ablatie-ingrepen en een beter behoud van hartfunctie. De onderzoekers verwachten dat verapamil het ziektebeloop kan vertragen, het aantal ziekenhuisbezoeken vermindert en zo zowel patiëntcomfort als de druk op ziekenhuizen verbetert. Het resultaat kan leiden tot heroverweging van de huidige behandelkeuze bij aanvallen van boezemfibrilleren.