Groene-recensenten tippen hun favoriete boeken waarin het nietsdoen centraal staat

woensdag, 9 juli 2025 (11:46) - De Groene Amsterdammer

In dit artikel:

In deze literaire bespreking staat het thema nietsdoen centraal, verkend aan de hand van diverse romans en memoires die uiteenlopende vormen van ledigheid, leegte en passiviteit illustreren. Robert Walsers "Jakob Von Gunten" (1909) toont een jongeman in een institutietje voor butlers, waar nederigheid en stilzitten de norm zijn, maar zijn protagonist juist bruisend van levenslust en ambitie is. Bret Easton Ellis’ debuut "Minder dan niks" (Less Than Zero) schetst een spookachtige leegte rond de oppervlakkige jeugd van Los Angeles in de jaren tachtig, waarin leegte en vervreemding centraal staan.

Geoff Dyer bevestigt met zijn reisverhalenbundel ("Yoga voor mensen die te beroerd zijn om eraan te doen") dat ronddwalen een kunstvorm is die betekenis geeft aan nietsdoen, terwijl Vivian Gornicks memoires "Een vrouw apart: En de stad" laten zien hoe doelloos wandelen door New York een noodzakelijke balsem is voor een eenzaam innerlijk. Kafka’s "Het slot" en Patrick Modiano’s "In het café van de verloren jeugd" schetsen respectievelijk een beklemmende bureaucratische onmacht en een nostalgisch verlangen naar onvervulde levensmomenten, beide doordrenkt met een gevoel van ongrijpbare leegte.

Jean-Jacques Rousseau’s "Overpeinzingen van een eenzaam wandelaar" drukken de vreugde uit van het vrij zijn van maatschappelijke druk, een existentiële rust die intellectuele ontvankelijkheid bevordert. Herman Melvilles "Bartleby, the Scrivener" is het verhaal van een passieve werkweigeraar, wiens nietsdoen uit wanhoop symbool staat voor vervreemding in een ongelijkwaardige samenleving. Kjersti Anfinnsens "Momenten voor de eeuwigheid" belicht de leegte in het ouder worden, en Anton Valens’ "Het boek Ont" toont hoe stilstand en kleine dagelijkse handelingen diep menselijk kunnen zijn, zonder overtollige dramatiek.

Carol Shields’ roman "Tenzij" presenteert een jonge vrouw die door nietsdoen radicaal afstand neemt van de wereld, terwijl Bernard Dewulfs autobiografische "Kleine dagen" de relatie tussen tijd, herinnering en vergankelijkheid reflecteert. Tenslotte belicht Vincent Delecroix in "Small Boat" de tragedie van migranten die bij de grens tussen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk streden tegen onverschilligheid, waarbij nietsdoen niet alleen een individuele houding maar ook een maatschappelijk falen symboliseert.

Deze uiteenlopende werken tonen hoe nietsdoen in literatuur varieert van passieve apathie tot bewuste existentiële reflectie, en hoe het innerlijke leven juist in stilstand tot volle bloei kan komen, met als achtergrond stedelijke landschappen, bureaucratische systemen, persoonlijke eenzaamheid en maatschappelijke conflicten. Nietsdoen wordt hier niet als leegte zonder betekenis gepresenteerd, maar als een complexe ruimte van introspectie, verzet en menselijke kwetsbaarheid.